Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Harbor
01
haven, schuilplaats
a sheltered area of water along the coast where ships, boats, and other vessels can anchor safely, typically protected from rough seas by natural or artificial barriers
Voorbeelden
The ships docked in the harbor to avoid the storm approaching from the open sea.
De schepen meerden aan in de haven om de storm te vermijden die vanuit de open zee naderde.
The town ’s harbor is busy with fishing boats returning early in the morning.
De haven van de stad is druk met vissersboten die vroeg in de ochtend terugkeren.
Voorbeelden
After a long journey, the quaint village served as a harbor for weary travelers seeking rest.
Na een lange reis diende het pittoreske dorp als haven voor vermoeide reizigers die op zoek waren naar rust.
The library became a harbor for students looking to escape the chaos of campus life.
De bibliotheek werd een toevluchtsoord voor studenten die wilden ontsnappen aan de chaos van het campusleven.
to harbor
01
koesteren, herbergen
to maintain thoughts, feelings, or emotions, often over time
Transitive: to harbor a thought or feeling
Voorbeelden
He still harbors resentment toward his former business partner.
Hij koestert nog steeds wrok tegen zijn voormalige zakenpartner.
She harbored doubts about the project ’s success from the very beginning.
Ze koesterde twijfels over het succes van het project vanaf het begin.
02
herbergen, onderdak bieden
to provide a safe place for a person
Transitive: to harbor sb
Voorbeelden
During the storm, the family harbored several stranded travelers overnight.
Tijdens de storm herbergde het gezin enkele gestrande reizigers voor de nacht.
She was arrested for harboring a known criminal in her home.
Ze werd gearresteerd omdat ze een bekende crimineel in haar huis herbergde.
2.1
herbergen, beschermen
to serve as a habitat or protective environment for a living organism
Transitive: to harbor an organism
Voorbeelden
The old tree harbors countless species of birds and insects.
De oude boom herbergt talloze soorten vogels en insecten.
Coral reefs harbor diverse marine life, including fish, crustaceans, and mollusks.
Koraalriffen herbergen een diverse mariene levensgemeenschap, inclusief vissen, schaaldieren en weekdieren.
Voorbeelden
Wild animals can harbor pathogens that pose risks to human health.
Wilde dieren kunnen ziekteverwekkers herbergen die een risico vormen voor de menselijke gezondheid.
The infected patient unknowingly harbored the flu virus for days before showing symptoms.
De besmette patiënt droeg onbewust het griepvirus dagenlang met zich mee voordat symptomen verschenen.
03
herbergen, bevatten
to hold or possess something within
Transitive: to harbor sth
Voorbeelden
The old chest harbored a collection of ancient artifacts.
De oude kist herbergde een verzameling oude artefacten.
The software platform is designed to harbor a vast amount of data.
Het softwareplatform is ontworpen om een grote hoeveelheid gegevens te herbergen.
Voorbeelden
The captain ordered the crew to harbor in the nearest port for the night.
De kapitein beval de bemanning om voor de nacht aan te leggen in de dichtstbijzijnde haven.
The fishing boat harbored in the small coastal town after a long journey at sea.
De vissersboot meerde aan in het kleine kustplaatsje na een lange reis op zee.
05
herbergen, huisvesten
(of an organism) to live within another living organism as a host
Intransitive: to harbor somewhere
Voorbeelden
The parasite harbors within the intestines of its host, feeding off nutrients.
De parasiet huist in de darmen van zijn gastheer, voedend op voedingsstoffen.
Viruses can harbor in the cells of their hosts for long periods without detection.
Virussen kunnen zich lange tijd onopgemerkt in de cellen van hun gastheren schuilhouden.
Lexicale Boom
harborage
harborless
harbor



























