Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
lightly
01
lichtjes, zachtjes
in a soft or delicate way, applying minimal weight or pressure
Voorbeelden
She touched the baby 's head lightly.
Ze raakte zachtjes het hoofdje van de baby aan.
He knocked lightly on the door, hoping not to wake anyone.
Hij klopte zachtjes op de deur, in de hoop niemand wakker te maken.
1.1
lichtjes, met gratie
with a sense of airiness, grace, or delicate movement, like floating
Voorbeelden
The scarf drifted lightly to the floor.
De sjaal zweefde lichtjes naar de vloer.
The boat rocked lightly on the water.
De boot wiegde lichtjes op het water.
Voorbeelden
The eggs were lightly browned on both sides.
De eieren waren aan beide kanten licht gebakken.
He was lightly injured in the accident.
Hij raakte licht gewond bij het ongeluk.
2.1
licht, met mate
in a moderate or restrained way, especially when eating or drinking
Voorbeelden
He drank lightly at the party to keep clear-headed.
Hij dronk licht op het feest om helder te blijven.
She eats lightly before exercising.
Ze eet licht voordat ze gaat sporten.
03
vrolijk, zonder te klagen
in a cheerful or uncomplaining manner
Voorbeelden
He accepted the delay lightly.
Hij accepteerde de vertraging lichtjes.
She bore the bad news lightly and smiled.
Ze droeg het slechte nieuws licht en glimlachte.
3.1
lichtjes, onverschillig
in a dismissive or unconcerned way
Voorbeelden
She spoke lightly of the risks involved.
Ze sprak lichtjes over de betrokken risico's.
He took his responsibilities lightly, which worried the team.
Hij nam zijn verantwoordelijkheden licht, wat het team zorgen baarde.
3.2
licht, zonder ernstige overweging
without serious thought or proper care, especially when not advised
Voorbeelden
Such promises should not be made lightly.
Dergelijke beloften moeten niet lichtvaardig worden gedaan.
He did not enter the agreement lightly.
Hij ging niet onbezonnen de overeenkomst aan.
Voorbeelden
She danced lightly across the stage.
Ze danste lichtvoetig over het podium.
The cat lightly leaped onto the windowsill.
De kat sprong lichtjes op de vensterbank.
Voorbeelden
She always travels lightly, bringing only a backpack.
Ze reist altijd licht, neemt alleen een rugzak mee.
The hikers packed lightly for the weekend trip.
De wandelaars pakten licht voor het weekenduitje.
05
lichtjes, moeiteloos
happening or achieved without difficulty or strain
Voorbeelden
He lightly let go of the past.
Hij liet het verleden licht los.
The money came lightly and was spent just as easily.
Het geld kwam makkelijk binnen en werd net zo makkelijk uitgegeven.



























