Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to weave
01
weven, vlechten
to create fabric or material by interlacing threads, yarn, or other strands in a pattern using a loom or by hand
Transitive: to weave a fabric or pattern
Voorbeelden
The artisan weaved a complex pattern into the rug.
De ambachtsman weefde een complex patroon in het tapijt.
The loom was set up to weave a batch of fine silk fabric.
Het weefgetouw was opgezet om een partij fijne zijden stof te weven.
02
weven, vlechten
to create an intricate structure by intertwining strands or materials
Transitive: to weave an intricate structure
Voorbeelden
She weaved a beautiful tapestry to hang on the wall.
Ze weefde een prachtig wandtapijt om aan de muur te hangen.
The craftsperson decided to weave a sturdy and stylish basket for storage.
De ambachtsman besloot een stevige en stijlvolle mand voor opslag te vlechten.
03
weven, het hoofd heen en weer bewegen
(of a horse) to rhythmically move the head back and forth in a stereotypical pattern, often as a behavioral response
Intransitive
Voorbeelden
The nervous horse began to weave in its stall, a sign of its unease before a big competition.
Het nerveuze paard begon te weven in zijn stal, een teken van zijn onrust voor een grote wedstrijd.
As the horse stood tied to the hitching rail, it began to weave in a rhythmic pattern.
Terwijl het paard vastgebonden stond aan de hitching rail, begon het in een ritmisch patroon te zwaaien.
04
slalommen, zigzaggen
to continuously change directions while moving to avoid colliding with things or people that are in the way
Intransitive: to weave somewhere
Voorbeelden
As the crowded street became more congested, pedestrians had to weave around each other to move forward.
Toen de drukke straat meer verstopt raakte, moesten voetgangers slalommen om elkaar heen om vooruit te komen.
The quarterback had to weave through defenders to reach the end zone and score a touchdown.
De quarterback moest door verdedigers weven om de endzone te bereiken en een touchdown te scoren.
4.1
kronkelen, slingeren
to cause continuous changes in direction while moving to avoid colliding with people or things
Transitive: to weave a way somewhere
Voorbeelden
The river weaves its way through the valley, carving a path through the landscape over millennia.
De rivier weeft zijn weg door de vallei en kerft een pad door het landschap over millennia.
The stream weaves its way through the meadow, creating a serene and picturesque landscape.
De beek slingert zich een weg door de weide, wat een serene en schilderachtige landschap creëert.
01
the pattern, structure, or arrangement of threads in a piece of fabric or textile
Voorbeelden
The fabric had a tight, intricate weave.
She admired the weave of the handwoven blanket.
Lexicale Boom
inweave
unweave
weaver
weave



























