Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to assign
01
toewijzen, opdragen
to give specific tasks, duties, or responsibilities to individuals or groups
Transitive: to assign a task
Ditransitive: to assign a task to sb | to assign sb a task
Voorbeelden
The teacher will assign homework to the students for the weekend.
De leraar zal het huiswerk aan de leerlingen voor het weekend toewijzen.
It 's crucial for managers to assign clear roles to team members for effective collaboration.
Het is cruciaal dat managers duidelijke rollen toewijzen aan teamleden voor effectieve samenwerking.
02
toewijzen, verdelen
to distribute or provide something to others
Transitive: to assign sth
Voorbeelden
The company assigned bonuses based on employee performance.
Het bedrijf wees bonussen toe op basis van de prestaties van de werknemers.
They assigned parking spaces to the employees for convenience.
Ze hebben parkeerplaatsen toegewezen aan de werknemers voor het gemak.
03
toewijzen, toekennen
to allocate or reserve something for a particular use or purpose
Transitive: to assign sth for a purpose | to assign sth to a purpose
Voorbeelden
The manager assigned a budget for the new project.
De manager heeft een budget toegewezen voor het nieuwe project.
She assigned a portion of her savings for the upcoming vacation.
Ze wees een deel van haar spaargeld toe voor de komende vakantie.
04
toeschrijven, toewijzen
to attribute or credit something as belonging to a particular person, group, or cause
Transitive: to assign sth to sb/sth
Voorbeelden
The success of the project was assigned to the hard work of the entire team.
Het succes van het project werd toegeschreven aan het harde werk van het hele team.
The teacher assigned the mistake to a lack of understanding in the class.
De leraar schreef de fout toe aan een gebrek aan begrip in de klas.
05
toeschrijven, toewijzen
to attribute or designate a specific reason, cause, or motive for something
Transitive: to assign sth as a reason or cause
Voorbeelden
The teacher assigned a lack of preparation as the reason for the student's poor performance.
De leraar schreef een gebrek aan voorbereiding toe als de reden voor de slechte prestatie van de student.
The company assigned budget cuts as the reason for the staff reductions.
Het bedrijf wees budgetverminderingen aan als de reden voor de personeelsreducties.
06
toewijzen, toekennen
to categorize or organize something into specific groups or classifications
Transitive: to assign sb/sth into categories | to assign sb/sth to categories
Voorbeelden
The teacher assigned the students to different groups for the class project.
De leraar heeft de leerlingen voor het klasproject aan verschillende groepen toegewezen.
The data was assigned into categories for easier analysis.
De gegevens werden toegewezen aan categorieën voor eenvoudigere analyse.
07
overdragen, toewijzen
to transfer legal rights or responsibilities to another person or entity
Transitive: to assign a right or liability to sb
Voorbeelden
She assigned her intellectual property rights to the publishing company.
Ze heeft haar intellectuele eigendomsrechten aan de uitgeverij overgedragen.
The rights to the patent were assigned to a larger corporation.
De rechten op het patent werden toegewezen aan een groter bedrijf.
Lexicale Boom
assignable
assigned
assigning
assign



























