new
new
n
n
British pronunciation
/njuː/

Definitie en betekenis van "new"in het Engels

01

nieuw, vers

recently invented, made, etc.
new definition and meaning
example
Voorbeelden
The new software update includes several innovative features not seen before.
De nieuwe software-update bevat verschillende innovatieve functies die nog niet eerder zijn gezien.
He just moved into a new apartment downtown.
Hij is net verhuisd naar een nieuw appartement in het centrum.
02

nieuw, ongebruikt

having never been owned, used, or handled by anyone else before
example
Voorbeelden
I bought a new sofa, and it still has that fresh, unused smell.
Ik heb een nieuwe bank gekocht, en hij heeft nog steeds die frisse, ongebruikte geur.
They moved into a new apartment that had never been rented to anyone.
Ze verhuisden naar een nieuw appartement dat nog nooit aan iemand was verhuurd.
03

nieuw, nieuw gekocht

purchased not long ago
example
Voorbeelden
I just got a new laptop last week, and it's already improving my productivity.
Ik heb vorige week net een nieuwe laptop gekregen, en het verbetert al mijn productiviteit.
Sarah is excited about her new bike, which she bought yesterday.
Sarah is enthousiast over haar nieuwe fiets, die ze gisteren heeft gekocht.
04

nieuw, vers

not previously experienced, done, or known
example
Voorbeelden
Moving to a different country introduced her to a world of new experiences.
Verhuizen naar een ander land introduceerde haar in een wereld van nieuwe ervaringen.
The job came with challenges that were completely new to him.
De baan kwam met uitdagingen die voor hem volkomen nieuw waren.
05

nieuw, anders

different from the previous or former version
example
Voorbeelden
After years in the same job, she decided it was time to take a new direction in her career.
Na jaren in dezelfde baan te hebben gewerkt, besloot ze dat het tijd was om een nieuwe richting in te slaan in haar carrière.
They moved to a new city, hoping for a fresh start.
Ze verhuisden naar een nieuwe stad, in de hoop op een nieuwe start.
06

nieuw, modern

belonging to the present time or reflecting recent developments, trends, styles, or technology
example
Voorbeelden
The new building design incorporates modern architecture and sustainable materials.
Het ontwerp van het nieuwe gebouw omvat moderne architectuur en duurzame materialen.
She prefers listening to new music that reflects today ’s trends.
Ze geeft de voorkeur aan het luisteren naar nieuwe muziek die de trends van vandaag weerspiegelt.
07

nieuw, nieuw ontdekt

recently discovered or found, often leading to significant developments or changes in understanding
example
Voorbeelden
Scientists announced the identification of a new species of fish in the deep ocean.
Wetenschappers hebben de identificatie van een nieuwe vissoort in de diepe oceaan aangekondigd.
The discovery of a new planet in a distant galaxy has excited astronomers.
De ontdekking van een nieuwe planeet in een ver sterrenstelsel heeft astronomen opgewonden.
08

nieuw, onervaren

(of a person) lacking training or experience in a particular field or activity
example
Voorbeelden
Since he ’s new to cooking, he followed the recipe closely.
Omdat hij nieuw is in koken, volgde hij het recept nauwkeurig.
She ’s new to the job and still figuring out the software.
Ze is nieuw in de baan en leert nog steeds de software kennen.
09

nieuw, nieuwkomer

referring to someone who has recently entered a place or organization and is unfamiliar with surroundings or situation
example
Voorbeelden
You ’re new here, are n’t you? Let me show you around the office.
Je bent nieuw hier, toch? Laat me je het kantoor laten zien.
As the new member of the team, she was eager to learn the ropes quickly.
Als het nieuwe lid van het team was ze gretig om snel de kneepjes van het vak te leren.
10

nieuw, nieuwe

recently assumed a role
example
Voorbeelden
The young man and his new wife are going on their honeymoon next week.
De jonge man en zijn nieuwe vrouw gaan volgende week op huwelijksreis.
Come meet our newest employee; she just started working here today.
Kom onze nieuwste medewerker ontmoeten; ze is vandaag net begonnen met werken hier.
11

nieuw, vernieuwd

(of a person) having gained fresh energy, courage, or health, often appearing revitalized or transformed
example
Voorbeelden
Following months of therapy, he awoke a new man, ready to face life with a positive outlook.
Na maanden van therapie werd hij wakker als een nieuwe man, klaar om het leven met een positieve blik tegemoet te treden.
The retreat helped her find inner peace, and she came back as a completely new man.
De retraite hielp haar innerlijke vrede te vinden, en ze kwam terug als een volledig nieuw mens.
12

nieuw, jong

(of crops) gathered at an early phase of growth, before they fully mature, valued for their freshness and delicate texture
example
Voorbeelden
The farmer's market was filled with new potatoes, tender and perfect for roasting.
De boerenmarkt was gevuld met nieuwe aardappelen, zacht en perfect om te roosteren.
This dish features new carrots, which are sweeter and more delicate than mature ones.
Dit gerecht bevat nieuwe wortelen, die zoeter en delicater zijn dan volgroeide.
13

nieuw, modern

referring to the current or modern stage in the development of a living language
example
Voorbeelden
New Greek is quite different from Ancient Greek, particularly in its pronunciation and vocabulary.
Modern Grieks is behoorlijk anders dan Oudgrieks, vooral in uitspraak en woordenschat.
Scholars study New English alongside Middle and Old English to trace the language's evolution.
Geleerden bestuderen modern Engels naast Middel- en Oudengels om de evolutie van de taal te volgen.
14

nieuw, vers

(of a time or period) starting again, often with the sense of change or difference
example
Voorbeelden
A new day has begun, bringing fresh opportunities and challenges.
Een nieuwe dag is begonnen, met nieuwe kansen en uitdagingen.
We are excited to celebrate the arrival of the new year with family and friends.
We zijn enthousiast om de komst van het nieuwe jaar te vieren met familie en vrienden.
15

nieuw, pasgeboren

recently born
example
Voorbeelden
Everyone was excited to meet the new baby at the family reunion.
Iedereen was opgewonden om de nieuwe baby te ontmoeten bij de familiereünie.
She proudly showed pictures of her new baby to her coworkers.
Ze toonde trots foto's van haar nieuwe baby aan haar collega's.
01

nieuw-, nieuwe-

used to describe something that has recently occurred or been discovered, often leading to a change in status or condition
example
Voorbeelden
He was excited about his new-found independence after moving out of his parents' house.
Hij was opgewonden over zijn nieuw gevonden onafhankelijkheid na het uit huis gaan van zijn ouders.
Her new-found confidence helped her excel in her job interviews.
Haar nieuw gevonden zelfvertrouwen hielp haar uit te blinken in haar sollicitatiegesprekken.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store