ahead
a
ə
ē
head
ˈhɛd
hed
British pronunciation
/əˈhɛd/

Definitie en betekenis van "ahead"in het Engels

01

vooruit, verderop

in position or direction that is further forward or in front of a person or thing
ahead definition and meaning
example
Voorbeelden
Please drive carefully, there 's a sharp curve ahead.
Rij alstublieft voorzichtig, er is een scherpe bocht vooruit.
A large truck was parked just ahead, blocking the view.
Een grote vrachtwagen stond net voor ons geparkeerd, wat het zicht belemmerde.
1.1

vooraan, aan de leiding

in a leading position in a competition or race
example
Voorbeelden
She moved ahead in the race, leaving the other runners behind.
Ze kwam voorop in de race en liet de andere lopers achter.
He pushed ahead in the final minutes, securing his lead.
Hij duwde vooruit in de laatste minuten, waardoor hij zijn voorsprong veiligstelde.
02

van tevoren, vooraf

before a particular time or event
ahead definition and meaning
example
Voorbeelden
Please make your reservations ahead.
Maak alstublieft uw reserveringen van tevoren.
He paid the rent a month ahead.
Hij betaalde de huur een maand van tevoren.
03

vooruit, binnenkort

at a time period that is coming next or soon to occur
example
Voorbeelden
We need to think about the challenges ahead.
We moeten nadenken over de uitdagingen die voor ons liggen.
The week ahead will be packed with meetings.
De komende week zal vol met vergaderingen zitten.
3.1

vervroegd, vooruit

at a time earlier or later than originally scheduled
example
Voorbeelden
They moved the meeting ahead to Monday.
Ze hebben de vergadering vervroegd naar maandag.
The deadline was pushed ahead by two days.
De deadline werd met twee dagen vervroegd.
04

vooruit, verder

further along in development, achievement, or completion compared to others
example
Voorbeelden
They are way ahead in completing the project.
Ze zijn ver vooruit in het voltooien van het project.
His team is ahead on all deliverables.
Zijn team loopt voor op alle deliverables.
05

voor, in een gunstige positie

(of a pitcher) in a favorable count by having thrown more strikes than balls to the current batter
example
Voorbeelden
The pitcher was quickly ahead in the count, 0–2.
De werper was snel voorop in de telling, 0-2.
He got ahead early with two strikes.
Hij kwam vroeg op voorsprong met twee strikes.
5.1

voor, in een voordelige positie

(of a batter) in an advantageous position by having more balls than strikes in the current at-bat
example
Voorbeelden
The batter was ahead, three balls and one strike.
De slagman stond voor, drie ballen en één strike.
When ahead, hitters can afford to wait for a good pitch.
Wanneer ze voor staan, kunnen slagmensen het zich veroorloven te wachten op een goede worp.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store