Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to vibrate
01
trillen, vibreren
to move rapidly back and forth or up and down with small movements
Intransitive
Voorbeelden
The phone vibrated on the table, indicating an incoming call or message.
De telefoon trilde op de tafel, wat een inkomend gesprek of bericht aangaf.
The tuning fork vibrated, producing a pure and consistent tone.
De stemvork trilde, waardoor een pure en consistente toon ontstond.
02
trillen, oscilleren
to oscillate or swing back and forth, typically in a regular or rhythmic manner
Intransitive
Voorbeelden
The grandfather clock 's pendulum began to vibrate with a gentle, rhythmic motion.
De slinger van de grootvaderklok begon met een zachte, ritmische beweging te trillen.
The swing 's chains rattled as the children excitedly caused the seat to vibrate back and forth.
De kettingen van de schommel rammelden terwijl de kinderen opgewonden de zitplaats heen en weer lieten trillen.
03
trillen, weerklinken
to experience a sudden and powerful surge of sensation or emotion that resonates within oneself
Intransitive: to vibrate with a sensation
Voorbeelden
When he received the unexpected news of his loved one's recovery, he felt his heart vibrate with overwhelming relief and joy.
Toen hij het onverwachte nieuws ontving van het herstel van zijn geliefde, voelde hij zijn hart trillen van overweldigende opluchting en vreugde.
The powerful speech by the activist made the crowd vibrate with a shared sense of determination.
De krachtige toespraak van de activist liet de menigte trillen met een gedeeld gevoel van vastberadenheid.
04
trillen, weerklinken
to produce or emit a continuous or prolonged sound that resonates
Intransitive
Voorbeelden
The bell chimed, and its reverberating sound vibrated throughout the cathedral.
De bel luidde, en zijn trillende geluid weerklonk door de kathedraal.
The thunder rumbled in the distance, its deep sound vibrating in the air.
De donder rommelde in de verte, zijn diepe geluid trilde in de lucht.
05
aarzelen, schommelen
to be uncertain or indecisive, oscillating between conflicting positions or courses of action
Intransitive: to vibrate between two things | to vibrate on sth
Voorbeelden
She vibrated between accepting the job offer and pursuing her entrepreneurial dreams.
Ze aarzelde tussen het accepteren van de baan en het najagen van haar ondernemersdromen.
The student vibrated between studying abroad and staying close to home for their college education.
De student twijfelde tussen studeren in het buitenland en dicht bij huis blijven voor hun universitaire opleiding.
Lexicale Boom
vibration
vibrator
vibratory
vibrate
vibr



























