Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to oppose
01
zich verzetten, weerstand bieden
to firmly resist something
Transitive: to oppose a regulation
Voorbeelden
The workers opposed the safety changes, pushing back against the new regulations.
De arbeiders verzetten zich tegen de veiligheidsveranderingen, en verzette zich tegen de nieuwe voorschriften.
He opposed the police ’s orders to disperse, standing firm in the protest.
Hij verzette zich tegen de bevelen van de politie om uiteen te gaan en bleef standvastig in het protest.
02
tegenwerken, weerstand bieden
to strongly disagree with a policy, plan, idea, etc. and try to prevent or change it
Transitive: to oppose a plan or idea
Voorbeelden
The local residents opposed the construction of the new factory due to environmental concerns.
De lokale bewoners verzetten zich tegen de bouw van de nieuwe fabriek vanwege milieuoverwegingen.
She opposed the new regulations, arguing that they were too restrictive for small businesses.
Ze verzette zich tegen de nieuwe voorschriften, met het argument dat ze te beperkend waren voor kleine bedrijven.
03
tegenoverstellen, contrasteren
to place something against another thing in order to create a contrast, balance, or counterbalance
Transitive: to oppose effect of something
Voorbeelden
The dark colors of the walls oppose the bright furniture, creating a striking contrast.
De donkere kleuren van de muren staan in contrast met het heldere meubilair, wat een opvallend contrast creëert.
The soft melody of the song opposed the harsh sounds of the industrial noises outside.
De zachte melodie van het lied stond in contrast met de harde geluiden van de industriële geluiden buiten.
04
confronteren, zich verzetten tegen
to engage in a contest or competition with someone, aiming to defeat them
Transitive: to oppose a rival
Voorbeelden
He had to oppose his toughest rival in the final round of the tournament.
Hij moest zijn sterkste rivaal tegenwerken in de finale ronde van het toernooi.
The two teams will oppose each other in the championship game next week.
De twee teams zullen elkaar tegenwerken in de kampioenswedstrijd volgende week.
05
tegenwerken, verzetten
to counter or raise something or someone against another
Transitive: to oppose sth
Voorbeelden
The lawyer opposed the defendant's argument by presenting new evidence.
De advocaat verzette zich tegen het argument van de verdachte door nieuw bewijs te presenteren.
The candidate opposed the rival's claims with a detailed rebuttal.
De kandidaat verzette zich tegen de beweringen van de rivaal met een gedetailleerde weerlegging.
oppose
01
open, ijs vrij
free of ice and open to travel
Lexicale Boom
opposable
opposed
opposer
oppose



























