Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to happen
01
gebeuren, plaatsvinden
to come into existence by chance or as a consequence
Intransitive: to happen | to happen point in time
Voorbeelden
An unexpected storm can happen at any time of year.
Een onverwachte storm kan op elk moment van het jaar plaatsvinden.
I never thought such a coincidence would happen to me.
Ik had nooit gedacht dat mij zo'n toeval zou overkomen.
Voorbeelden
It happened to me last year when I was traveling abroad.
Het overkwam me vorig jaar toen ik in het buitenland reisde.
The same issue happened to my computer yesterday.
Hetzelfde probleem is gisteren met mijn computer gebeurd.
Voorbeelden
He happened to be busy with a meeting when I stopped by.
Het gebeurde dat hij bezig was met een vergadering toen ik langs kwam.
It happened that a sudden rainstorm disrupted the outdoor concert we were attending.
Het gebeurde dat een plotselinge regenbui het openluchtconcert dat we bijwoonden verstoorde.
03
weten, kennen
used in questions to politely inquire about the details of an event or situation
Transitive: to happen to do sth
Voorbeelden
Do you happen to know where the nearest pharmacy is?
Weet u toevallig waar de dichtstbijzijnde apotheek is?
Could you happen to have the report ready for me?
Zou je toevallig het rapport voor me klaar kunnen hebben?
04
gebeuren, blijken
used to emphasize an unexpected or surprising fact
Linking Verb: to happen to do sth
Voorbeelden
That happens to be a very sensitive topic for me.
Het gebeurt dat dat een heel gevoelig onderwerp voor me is.
The person you 're insulting happens to be my best friend.
De persoon die je beledigt, blijkt mijn beste vriend te zijn.
happen
Lexicale Boom
happening
happening
happen



























