Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
hapless
01
ongelukkig, pechvogel
unfortunate or unlucky, often experiencing difficulty or misfortune
Voorbeelden
The hapless traveler lost his wallet and missed his flight, adding to his already troubled journey.
De ongelukkige reiziger verloor zijn portemonnee en miste zijn vlucht, wat zijn toch al problematische reis nog moeilijker maakte.
Despite his best efforts, the hapless student consistently struggled with difficult subjects in school.
Ondanks zijn beste inspanningen, worstelde de ongelukkige student voortdurend met moeilijke vakken op school.
Lexicale Boom
hapless
hap
