happily
ha
ˈhæ
ppi
ly
li
li
British pronunciation
/hˈæpɪli/

Definitie en betekenis van "happily"in het Engels

happily
01

blij, gelukkig

with cheerfulness and joy
happily definition and meaning
example
Voorbeelden
The children played happily in the garden until sunset.
De kinderen speelden blij in de tuin tot zonsondergang.
He smiled happily when he saw the surprise party.
Hij glimlachte blij toen hij de verrassingsfeest zag.
1.1

Gelukkig, Bij geluk

by good luck or with relief
example
Voorbeelden
Happily, no one was hurt in the accident.
Gelukkig was er niemand gewond bij het ongeluk.
The error was caught early, happily for us.
De fout werd vroeg ontdekt, gelukkig voor ons.
02

graag, met plezier

willingly or with readiness
example
Voorbeelden
She 'd happily do it again if asked.
Ze zou het graag opnieuw doen als het haar gevraagd wordt.
I 'd happily switch shifts to help you out.
Ik zou graag van dienst wisselen om je te helpen.
03

passend, op een acceptabele manier

in a way that fits suitably or acceptably
FormalFormal
example
Voorbeelden
That proposal does n't sit happily with our long-term goals.
Dat voorstel past niet gelukkig bij onze langetermijndoelen.
His tone did n't blend happily with the serious mood in the room.
Zijn toon paste niet vrolijk bij de serieuze sfeer in de kamer.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store