Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Voorbeelden
I prefer to drink cold water on a hot day.
Ik geef de voorkeur aan het drinken van koud water op een warme dag.
I wore a warm coat to protect myself from the cold wind.
Ik droeg een warme jas om me te beschermen tegen de koude wind.
1.1
koud, gekoeld
(of food or drink) served or consumed without being heated or after cooling
Voorbeelden
I enjoy a cold salad during the summer months.
Ik geniet van een koude salade tijdens de zomermaanden.
She prefers her coffee cold and iced rather than hot.
Zij heeft liever haar koffie koud en ijskoud in plaats van heet.
02
koud, afstandelijk
showing little warmth or friendliness in attitude
Voorbeelden
His cold demeanor during the celebration disappointed his friends.
Zijn koude houding tijdens de viering stelde zijn vrienden teleur.
She responded with a cold tone, making it clear she was n’t interested in the conversation.
Ze antwoordde met een koude toon, waarmee ze duidelijk maakte dat ze niet geïnteresseerd was in het gesprek.
Voorbeelden
The room was decorated in cold colors, creating a refreshing ambiance.
De kamer was versierd in koude kleuren, wat een verfrissende sfeer creëerde.
She prefers cold tones in her artwork to evoke a sense of tranquility.
Zij geeft de voorkeur aan koude tinten in haar kunstwerk om een gevoel van rust op te roepen.
04
koud, ijskoud
having a bleak, unwelcoming quality that evokes feelings of melancholy
Voorbeelden
The abandoned house exuded a cold atmosphere, making anyone who entered feel uneasy.
Het verlaten huis straalde een koude sfeer uit, waardoor iedereen die binnenkwam zich ongemakkelijk voelde.
The barren landscape under the overcast sky had a cold, desolate feeling.
Het dorre landschap onder de bewolkte lucht had een koude, desolate sfeer.
05
koud, afstandelijk
lacking warmth and emotional engagement, presenting information or facts in an impersonal, detached manner
Voorbeelden
The report was filled with cold statistics, lacking any personal stories.
Het rapport stond vol met koude statistieken, zonder persoonlijke verhalen.
His speech was cold and factual, without any passion or emotion.
Zijn toespraak was koud en feitelijk, zonder enige passie of emotie.
Voorbeelden
She was often perceived as cold, though she valued emotional closeness over physical connection.
Ze werd vaak als koud ervaren, hoewel ze emotionele nabijheid meer waardeerde dan fysieke verbinding.
Rumors unfairly labeled her as cold due to her reserved nature in relationships.
Geruchten bestempelden haar ten onrechte als koud vanwege haar gereserveerde aard in relaties.
07
koud, ver
used in children's games to indicate that a player is far from locating a hidden item or guessing the correct answer
Voorbeelden
The game required players to shout " cold " when someone was moving away from the hidden object.
Het spel vereiste dat spelers "koud" schreeuwden wanneer iemand zich van het verborgen object verwijderde.
In the treasure hunt, her friends encouraged her, but when she turned the wrong way, they all said she was cold.
Tijdens de schattenjacht moedigden haar vrienden haar aan, maar toen ze de verkeerde kant op ging, zeiden ze allemaal dat ze koud was.
Voorbeelden
I stepped outside without a coat, and the chilly air hit me, making me feel cold immediately.
Ik stapte naar buiten zonder jas, en de koude lucht raakte me, waardoor ik me meteen koud voelde.
After spending too long in the snow, I could feel my fingers getting cold and numb.
Nadat ik te lang in de sneeuw had doorgebracht, kon ik voelen hoe mijn vingers koud en gevoelloos werden.
01
kou, koelte
the temperature that is below what is considered normal or comfortable for a particular thing, person, or place
Voorbeelden
She enjoyed the refreshing cold of the early morning air.
Ze genoot van de verfrissende kou van de vroege ochtendlucht.
She put on a jacket to protect herself from the cold.
Ze trok een jas aan om zich te beschermen tegen de kou.
02
verkoudheid, neusverkoudheid
a mild disease that we usually get when viruses affect our body and make us cough, sneeze, or have fever
Voorbeelden
During winter, many people catch a cold.
In de winter krijgen veel mensen verkoudheid.
His cold is making him feel miserable.
Zijn verkoudheid maakt hem ellendig.
cold
01
koud, zonder voorbereiding
in a manner that is without any preparation
Voorbeelden
She took the exam cold, without studying.
Ze heeft het examen koud gemaakt, zonder te studeren.
He faced the audience cold, without a rehearsal.
Hij stond koud tegenover het publiek, zonder repetitie.
02
plotseling, volledig
in a sudden and complete manner
Voorbeelden
We stopped cold behind a turn in the staircase.
We stopten plotseling achter een bocht in de trap.
He froze cold at the sight of the unexpected guest.
Hij bevroor plotseling bij het zien van de onverwachte gast.
Lexicale Boom
coldly
coldness
cold



























