Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
freezing
01
vriezend, ijskoud
regarding extremely cold temperatures, typically below the freezing point of water
Voorbeelden
He had to wait for the car to heat up before driving in the freezing weather.
Hij moest wachten tot de auto warm was voordat hij in het vrieskoude weer kon rijden.
He put his hands in his pockets to protect them from the freezing wind.
Hij stak zijn handen in zijn zakken om ze te beschermen tegen de vrieskoude wind.
Freezing
01
bevriezing, vriespunt
the specific point at which a liquid turns into a solid due to low temperatures
Voorbeelden
Water reaches freezing at 0 degrees Celsius.
Water bereikt het vriespunt bij 0 graden Celsius.
The scientist noted the freezing of the substance in the experiment.
De wetenschapper merkte het bevriezen van de stof in het experiment op.
Lexicale Boom
subfreezing
freezing
freeze
