Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
biting
01
bijtend, snijdend
intensely cold, often causing discomfort or pain
Voorbeelden
The wind was so biting that we had to retreat indoors to warm up.
De wind was zo bijtend dat we naar binnen moesten gaan om op te warmen.
She pulled her coat tighter against the biting cold as she waited for the bus.
Ze trok haar jas strakker tegen de bijtende kou aan terwijl ze op de bus wachtte.
Voorbeelden
His biting comments about her work were hurtful and left her feeling disheartened.
Zijn bijtende opmerkingen over haar werk waren kwetsend en lieten haar ontmoedigd achter.
The biting criticism in the review was difficult to ignore, even if it was meant to be constructive.
De bijtende kritiek in de recensie was moeilijk te negeren, zelfs als het bedoeld was als constructief.
Lexicale Boom
bitingly
biting
bite



























