Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to take away
[phrase form: take]
01
afnemen, wegnemen
to take something from someone so that they no longer have it
Transitive: to take away sth
Voorbeelden
The government decided to take the driver's license away due to multiple violations.
De regering besloot het rijbewijs in te trekken vanwege meerdere overtredingen.
The police took away the suspect's illegal items.
De politie heeft de illegale spullen van de verdachte in beslag genomen.
02
wegnemen, verwijderen
to remove something from a particular place
Transitive: to take away sth
Voorbeelden
Clear the table and take away the dishes.
Maak de tafel schoon en ruim de borden op.
After playing, remember to take the toys away and put them in the toy chest.
Na het spelen, vergeet niet om de speeltjes op te ruimen en ze in de speelgoedkist te doen.
03
meenemen, arresteren
to arrest someone, typically by force or through legal means, and remove them from a particular location
Transitive: to take away sb
Voorbeelden
The police will take the suspect away for questioning.
De politie zal de verdachte meenemen voor verhoor.
Can you believe they took away the criminal right in front of our house?
Kun je geloven dat ze de crimineel recht voor ons huis hebben meegenomen?
04
aftrekken, wegnemen
to subtract one number from another
Transitive: to take away a number or amount | to take away a number or amount from a total
Voorbeelden
Taking away the interest, the loan amount becomes more manageable.
Door de rente af te trekken, wordt het leenbedrag beter beheersbaar.
The teacher asked the students to take 20 away from 50 in their heads.
De leraar vroeg de leerlingen om 20 van 50 af te trekken in hun hoofd.
05
verlichten, kalmeren
to ease bad feelings or pain
Transitive: to take away distress or pain
Voorbeelden
Her comforting words took away my fears about the upcoming exam.
Haar troostende woorden namen mijn angsten over het komende examen weg.
Time has a way of taking away the pain of old wounds.
De tijd heeft een manier om de pijn van oude wonden weg te nemen.
06
meenemen, afhalen
to order food from a restaurant and consume it elsewhere
Dialect
British
Transitive: to take away food
Voorbeelden
On busy weekdays, we often choose to take away dinner from our favorite Chinese restaurant.
Op drukke doordeweekse dagen kiezen we er vaak voor om het avondeten af te halen bij onze favoriete Chinese restaurant.
After a long day at the office, I just want to relax, so I 'm going to take away some Indian food on my way home.
Na een lange dag op kantoor wil ik gewoon ontspannen, dus ik ga onderweg naar huis wat Indisch eten afhalen.
07
meenemen, wegvoeren
to bring someone along when staying briefly in a place
Transitive: to take away sb somewhere
Voorbeelden
I took away my cousin to the restaurant for a nice dinner.
Ik nam mijn neef mee naar het restaurant voor een lekker diner.
The teacher took away the students to the educational field trip.
De leraar nam de leerlingen mee op de educatieve excursie.
08
meenemen, onthouden
to have a memory or impression from an event or performance
Transitive: to take away a memory or impression
Voorbeelden
The movie was thought-provoking; I took many messages away from it.
De film was aan het denken zettend; ik heb er veel boodschappen uit meegekregen.
Can you believe I took away such a vivid memory from that concert?
Kun je geloven dat ik zo'n levendige herinnering van dat concert heb meegenomen?
09
wegnemen, verwijderen
to make something smaller or less by taking a piece out
Transitive: to take away sth
Voorbeelden
The storm threatened to take the roof of the old house away.
De storm dreigde het dak van het oude huis mee te nemen.
Could you please take the old decorations away from the room?
Zou u de oude decoraties uit de kamer kunnen weghalen?



























