Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to nail down
[phrase form: nail]
01
vastspijkeren, met spijkers bevestigen
to secure something in place by using nails
Voorbeelden
The carpenter will nail down the shingles on the roof this afternoon.
De timmerman zal vanmiddag de shingles op het dak vastspijkeren.
Last weekend, we nailed the new carpet down in the living room.
Afgelopen weekend hebben we het nieuwe tapijt in de woonkamer vastgespijkerd.
02
vastleggen, tot overeenstemming komen
to finally come to an agreement or decision
Voorbeelden
After weeks of discussions, the team managed to nail down the details of the project plan.
Na weken van discussie slaagde het team erin de details van het projectplan vast te stellen.
After hours of debate, they finally nailed a solution down.
Na urenlang debat hebben ze eindelijk een oplossing vastgesteld.
03
een duidelijk antwoord krijgen, een toezegging veiligstellen
to make someone give a clear and definite answer or commitment
Voorbeelden
We need to nail down their commitment to the project before moving forward.
We moeten hun toezegging aan het project vastleggen voordat we verder gaan.
Let 's aim to nail down their response by the end of the day.
Laten we proberen tegen het einde van de dag een duidelijk antwoord van hen te krijgen.



























