Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to keep
01
houden, bewaren
to have or continue to have something
Transitive: to keep sth
Voorbeelden
Do you need this document back, or can I keep it for my records?
Heb je dit document terug nodig, of mag ik het voor mijn administratie houden?
He found a lost wallet on the street and decided to keep it until he could find the owner.
Hij vond een verloren portemonnee op straat en besloot deze te houden totdat hij de eigenaar kon vinden.
1.1
bewaren, houden
to have or store something in a specific place
Transitive: to keep sth somewhere
Voorbeelden
He keeps a collection of rare coins in a secure vault.
Hij bewaart een verzameling zeldzame munten in een veilige kluis.
Keep your laptop in a padded bag when traveling.
Houd uw laptop in een opgevulde tas tijdens het reizen.
02
blijven, behouden
to stay or remain in a specific state, position, or condition
Linking Verb: to keep [adj]
Voorbeelden
After the bridge, keep right and take the second exit.
Na de brug, houd rechts aan en neem de tweede afslag.
She kept silent during the meeting.
Ze bleef stil tijdens de vergadering.
2.1
vertragen, laten wachten
to delay someone or cause them to be late
Transitive: to keep sb
Voorbeelden
His late start in the morning kept him from catching the early train.
Zijn late start in de ochtend hield hem tegen om de vroege trein te halen.
I 'll try not to keep you too long, considering your busy schedule.
Ik zal proberen je niet te lang op te houden, gezien je drukke schema.
2.2
houden, behouden
to make someone or something stay or remain in a specific state, position, or condition
Complex Transitive: to keep sb/sth [adj]
Voorbeelden
She keeps her room tidy.
Ze houdt haar kamer netjes.
The firefighters worked tirelessly to keep the fire under control.
De brandweerlieden werkten onvermoeibaar om de brand onder controle te houden.
2.3
bewaren, goed blijven
(of food or any perishable commodity) to stay in good condition
Intransitive: to keep sometime
Voorbeelden
Apples can keep for a long time if stored in a cool, dry place.
Appels kunnen lang goed blijven als ze op een koele, droge plaats worden bewaard.
Canned goods can keep for months or even years.
Blikgoederen kunnen maanden of zelfs jaren goed blijven.
2.4
doorgaan, behouden
to do something many times or continue doing something
Transitive: to keep doing sth
Voorbeelden
Keep practicing to improve your skills.
Blijf oefenen om je vaardigheden te verbeteren.
My workload keeps getting heavier.
Mijn werklast blijft maar zwaarder worden.
03
onderhouden, verzorgen
to provide money, food, or other necessities for one or someone else to live
Transitive: to keep sb
Voorbeelden
He had to budget meticulously to keep his family in the lifestyle they desired.
Hij moest nauwgezet budgetteren om zijn gezin in de gewenste levensstijl te houden.
I keep myself by managing my finances wisely.
Ik onderhoud mezelf door mijn financiën verstandig te beheren.
3.1
beheren, houden
to manage something one owns, particularly a business
Transitive: to keep a business
Voorbeelden
He keeps a bakery in the downtown area.
Hij houdt een bakkerij in het centrum van de stad.
She keeps a boutique selling handmade jewelry.
Ze houdt een boutique die handgemaakte sieraden verkoopt.
3.2
bewaken, beschermen
to guard, protect, or defend someone
Transitive: to keep sb | to keep sb from sth
Voorbeelden
He kept his friend from danger by pulling them away from the oncoming car.
Hij beschermde zijn vriend tegen gevaar door hem weg te trekken van de naderende auto.
May the angels watch over you and keep you.
Mogen de engelen over je waken en je beschermen.
3.3
houden, fokken
to own and take care of animals
Transitive: to keep animals
Voorbeelden
He keeps chickens in his backyard for fresh eggs.
Hij houdt kippen in zijn achtertuin voor verse eieren.
My grandmother kept a variety of animals on her farm, including chickens, cows, and horses.
Mijn grootmoeder hield een verscheidenheid aan dieren op haar boerderij, waaronder kippen, koeien en paarden.
04
houden, nakomen
to remain faithful to a promise, commitment, or agreement
Transitive: to keep a commitment or agreement
Voorbeelden
He always keeps his word and never breaks a promise.
Hij houdt altijd zijn woord en breekt nooit een belofte.
He completely forgot to keep his appointment with the dentist.
Hij vergat volledig om zijn afspraak met de tandarts na te komen.
05
bewaren, reserveren
to put something aside for someone so that one can give it to them when they ask for it
Transitive: to keep sth for sb
Voorbeelden
Could you keep a spot in line for me? I'll be right back.
Zou je een plek in de rij voor me kunnen vrijhouden? Ik ben zo terug.
If there 's any leftover pizza, could you keep a slice for me?
Als er pizza over is, kun je dan een stukje voor me bewaren?
06
bewaren, noteren
to write something down, particularly for archival purposes
Transitive: to keep a written record
Voorbeelden
He keeps a notebook to jot down ideas and inspirations for his creative projects.
Hij houdt een notitieboekje bij om ideeën en inspiratie voor zijn creatieve projecten te noteren.
He keeps a record of all his expenses in a personal finance spreadsheet.
Hij houdt een overzicht van al zijn uitgaven in een persoonlijke financiële spreadsheet.
01
donjon, centrale versterkte toren
the central fortified tower or stronghold within a castle or fortification
02
cel, kerker
a cell in a jail or prison
03
onderhoud, middelen van bestaan
the financial means whereby one lives
Lexicale Boom
keeper
keeping
keep



























