Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to disconnect
01
ontkoppelen, loskoppelen
to break the connection between people, objects, devices etc.
Transitive: to disconnect sth from sth
Voorbeelden
She disconnected the garden hose from the outdoor faucet after finishing watering the plants.
Ze koppelde de tuinslang los van de buitenkraan nadat ze klaar was met het water geven van de planten.
After the performance, the musician disconnected the microphone from the stand and returned it to its case.
Na de uitvoering verbreek de muzikant de microfoon van de standaard en deed hem terug in de koffer.
1.1
loskoppelen, ontkoppelen van de stroomvoorziening
to detach a piece of equipment from its power supply
Transitive: to disconnect a device from a power source
Voorbeelden
The technician carefully disconnected the computer monitor from the power supply before performing maintenance on it.
De technicus heeft de computermonitor voorzichtig losgekoppeld van de voeding voordat hij onderhoud uitvoerde.
In order to ensure safety, the electrician disconnected the malfunctioning appliance from the power supply.
Om de veiligheid te waarborgen, heeft de elektricien het defecte apparaat van de stroomvoorziening losgekoppeld.
1.2
afsluiten, verbreken
to stop the supply of a household to gas, water, phone, etc., usually because the owner failed to pay the bills
Transitive: to disconnect a household facility
Voorbeelden
The utility company threatened to disconnect their electricity if they did n't settle their overdue bills.
Het nutsbedrijf dreigde hun elektriciteit te afsluiten als ze hun achterstallige rekeningen niet vereffenden.
The water company disconnected their service after multiple notices about unpaid bills were ignored.
Het waterbedrijf heeft hun dienst afgesloten nadat meerdere waarschuwingen over onbetaalde rekeningen werden genegeerd.
1.3
verbreken, onderbreken
to break a telephone conversation between two people
Transitive: to disconnect a call
Voorbeelden
I accidentally disconnected the call when I pressed the wrong button on my phone.
Ik heb per ongeluk het gesprek verbroken toen ik op de verkeerde knop op mijn telefoon drukte.
He decided to disconnect the call after realizing he dialed the wrong number.
Hij besloot het gesprek te verbreken nadat hij besefte dat hij het verkeerde nummer had gedraaid.
02
verbreken, onderbreken
to sever or interrupt a connection or link
Transitive: to disconnect a connection
Voorbeelden
She disconnected the Wi-Fi to prevent any interruptions during her presentation.
Ze heeft de Wi-Fi verbroken om onderbrekingen tijdens haar presentatie te voorkomen.
The server went down when the network was accidentally disconnected.
De server ging uit toen het netwerk per ongeluk verbinding verbroken werd.
Disconnect
01
a gap in understanding or agreement
Voorbeelden
There 's a clear disconnect between management and staff.
The film 's tone created a disconnect with the audience.
Lexicale Boom
disconnect
connect



























