apart
a
ə
ē
part
ˈpɑrt
paart
British pronunciation
/əˈpɑːt/

Definitie en betekenis van "apart"in het Engels

01

apart, ver uit elkaar

at a distance from each other in either time or space
apart definition and meaning
example
Voorbeelden
The twins were placed five feet apart in the exam hall.
De tweelingen werden vijf voet uit elkaar geplaatst in de examenhal.
Their birthdays fall just two weeks apart.
Hun verjaardagen vallen slechts twee weken uit elkaar.
02

apart, opzij

to one side or away from a central group or area
example
Voorbeelden
She stepped apart to let the others pass.
Ze stapte opzij om de anderen door te laten.
He moved apart from the group to take a call.
Hij ging apart van de groep staan om een telefoontje aan te nemen.
03

behalve, afgezien van

used to show something is excluded or excepted from a statement
example
Voorbeelden
The price apart, the car is perfect.
De prijs daargelaten, de auto is perfect.
His temper apart, he's a great teacher.
Afgezien van zijn temperament, is hij een geweldige leraar.
04

apart, uitzonderlijk

notably different or exceptional due to distinctive qualities
example
Voorbeelden
Among the candidates, he was a leader apart.
Onder de kandidaten was hij een leider apart.
That actor is a talent apart in the industry.
Die acteur is een talent apart in de industrie.
05

uit elkaar, apart

into distinct elements, fragments, or portions
example
Voorbeelden
She took the watch apart to fix the mechanism.
Ze haalde de klok uit elkaar om het mechanisme te repareren.
The old book fell apart in his hands.
Het oude boek viel uit elkaar in zijn handen.
06

apart, onafhankelijk

independently or as a separate whole
example
Voorbeelden
The sections should be read apart before comparing them.
De secties moeten apart worden gelezen voordat ze worden vergeleken.
Each exhibit is powerful apart, but stronger together.
Elke tentoonstelling is op zich apart krachtig, maar sterker samen.
07

apart, afzonderlijk

in a way that separates one from another
example
Voorbeelden
No one could tell the copies apart.
Niemand kon de kopieën uit elkaar houden.
I've learned to tell their voices apart.
Ik heb geleerd hun stemmen uit elkaar te houden.
08

uit elkaar, apart

in different places from a spouse or close partner
example
Voorbeelden
They 've been apart since the argument.
Ze zijn uit elkaar sinds de ruzie.
Being apart has been hard on their relationship.
Uit elkaar zijn is zwaar geweest voor hun relatie.
01

gescheiden, geïsoleerd

physically or socially distant and isolated from others
example
Voorbeelden
The village remained apart from the bustling cities nearby.
Het dorp bleef afgezonderd van de bruisende steden in de buurt.
He grew up in an apart community, far from urban influences.
Hij groeide op in een afgezonderde gemeenschap, ver van stedelijke invloeden.
02

verdeeld, oneens

holding different opinions, divided or not in agreement
example
Voorbeelden
The committee members are still apart over the budget.
De leden van de commissie zijn nog steeds verdeeld over de begroting.
Their views on the project are widely apart.
Hun standpunten over het project liggen ver uiteen.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store