flag
flag
flæg
flāg
British pronunciation
/flæɡ/

Definitie en betekenis van "flag"in het Engels

to flag
01

markeren, aanduiden

to put or draw a mark on something in order to make it more noticeable
Transitive: to flag important information
to flag definition and meaning
example
Voorbeelden
The supervisor asked the team to flag any errors in the report with a red highlight.
De supervisor vroeg het team om eventuele fouten in het rapport met een rode markering te markeren.
In the spreadsheet, you can flag important data points by using a specific color.
In de spreadsheet kun je belangrijke gegevenspunten markeren door een specifieke kleur te gebruiken.
02

signaleren, met een vlag signaleren

to use a flag or similar object to communicate a message, direction, or warning
Transitive: to flag sb/sth
example
Voorbeelden
She flagged a passing car and asked for a ride to the nearest gas station.
Ze zwaaide met een vlag om een passerende auto te stoppen en vroeg om een lift naar het dichtstbijzijnde tankstation.
Could you flag the waiter and order another round of drinks?
Zou je de ober kunnen seinen en nog een rondje drankjes bestellen?
03

verflauwen, verslappen

to lose energy, strength, and enthusiasm
Intransitive
example
Voorbeelden
After working tirelessly for hours, his enthusiasm began to flag.
Na urenlang onvermoeibaar te hebben gewerkt, begon zijn enthousiasme te verflauwen.
The team 's performance started strong, but their energy began to flag as the match progressed.
De prestatie van het team begon sterk, maar hun energie begon te verflauwen naarmate de wedstrijd vorderde.
04

versieren met een vlag, bevlaggen

to attach, display, or adorn something with a flag
Transitive: to flag a place with a banner
example
Voorbeelden
The government building was flagged with the national flag on Independence Day.
Het regeringsgebouw was op Onafhankelijkheidsdag versierd met de nationale vlag.
They flagged the entrance to the event venue with colorful banners and flags.
Ze markeerden de ingang van het evenemententerrein met kleurrijke spandoeken en vlaggen.
05

verslappen, hangen

to become limp and sagging or lose firmness
Intransitive
example
Voorbeelden
The sails of the ship began to flag as the wind died down.
De zeilen van het schip begonnen te verslappen toen de wind ging liggen.
After hours of play, the balloons started to flag and slowly descended to the ground.
Na uren spelen begonnen de ballonnen slap te worden en langzaam naar de grond te dalen.
01

vlag, banier

a rectangular piece of fabric used for signaling or identifying something
example
Voorbeelden
The lifeguard raised a red flag to indicate dangerous swimming conditions.
De lifeguard hijsde een rode vlag om gevaarlijke zwemomstandigheden aan te geven.
The race official waved a green flag to start the event.
De raceofficier zwaaide een groene vlag om het evenement te starten.
1.1

vlag, banier

a piece of cloth with a mark or pattern that stands for a country, organization, etc.
flag definition and meaning
example
Voorbeelden
The American flag was raised during the ceremony.
De Amerikaanse vlag werd gehesen tijdens de ceremonie.
Each country ’s flag was displayed at the international summit.
De vlag van elk land werd getoond op de internationale top.
1.2

vlag, wimpel

a pole with a flag attached, used to mark the location of the hole on a golf green
example
Voorbeelden
The golfer aimed carefully at the flag on the 18th green.
De golfer mikt zorgvuldig op de vlag op de 18e green.
As they approached the green, the flag was clearly visible in the distance.
Toen ze de green naderden, was de vlag in de verte duidelijk zichtbaar.
02

kop, titel

a printed list in a newspaper or magazine issue that includes the publication's name and its editorial staff, usually found on the editorial page
example
Voorbeelden
The flag of the newspaper highlighted the names of the chief editors and contributors.
De vlag van de krant benadrukte de namen van de hoofdredacteuren en medewerkers.
She checked the flag to find contact information for the editorial team.
Ze controleerde de vlag om de contactgegevens van het redactieteam te vinden.
03

vlag, opvallende staart

a tail that is prominently marked or distinctively shaped
example
Voorbeelden
The deer lifted its flag as a warning to others.
Het hert hief zijn vlag op als waarschuwing voor anderen.
The bird 's flag was strikingly colorful.
De vlag van de vogel was opvallend kleurrijk.
04

tegel, platte steen

a type of layered stone that can be split into flat pieces, ideal for use as paving stones
example
Voorbeelden
The garden path was laid with smooth flag stones.
Het tuinpad was geplaveid met gladde leisteen.
Workers used flag to create a durable patio surface.
Werknemers gebruikten flagstone om een duurzaam patio-oppervlak te creëren.
05

vlag, banier

a fabric or vinyl banner displayed on a pole or mast to promote events, businesses, or organizations in outdoor spaces
example
Voorbeelden
The town square was filled with flags advertising the upcoming festival.
The business hung a flag outside its store to attract customers.
Het bedrijf hing een vlag buiten zijn winkel om klanten aan te trekken.
06

vlag, markering

an item or message marked with a visual indicator to signify its importance, status, or need for follow-up
example
Voorbeelden
She placed a flag on the email to remind herself to respond later.
Ze plaatste een vlag op de e-mail om zichzelf eraan te herinneren later te antwoorden.
The urgent document had a red flag on it for immediate review.
Het urgente document had een rode vlag voor onmiddellijke beoordeling.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store