Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to play at
[phrase form: play]
01
spelen met, doen alsof
to do something in an unserious manner and without dedication
Transitive: to play at sth
Voorbeelden
She's playing at writing her book, starting and stopping sporadically without a clear plan.
Ze speelt met het schrijven van haar boek, begint en stopt sporadisch zonder een duidelijk plan.
He 's not genuinely interested in becoming a chef; he 's just playing at it for now.
Hij is niet echt geïnteresseerd in het worden van een chef; hij speelt er gewoon mee voor nu.
02
spelen op, waar speelt ze mee
to express confusion or annoyance about someone's actions, often implying that their motives or intentions are unclear or not genuine
Transitive: to play at sth
Voorbeelden
She left without any explanation. What does she think she 's playing at?
Ze vertrok zonder enige uitleg. Waar denkt ze mee bezig te zijn?
He gave a vague reply and then went silent. Seriously, what 's he playing at?
Hij gaf een vaag antwoord en werd toen stil. Serieus, waar speelt hij mee?
03
spelen, doen alsof
to pretend to be a different person or take on a different character role while playing a game
Transitive: to play at doing sth
Voorbeelden
They used to play at being superheroes in the backyard, creating their own imaginative adventures.
Ze speelden vroeger alsof ze superhelden waren in de achtertuin, waarbij ze hun eigen fantasierijke avonturen bedachten.
During the school play, she got to play at being a queen, wearing a crown and sitting on a makeshift throne.
Tijdens het schooltoneelstuk mocht ze spelen dat ze een koningin was, met een kroon op en zittend op een geïmproviseerde troon.



























