Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
along
01
langs, vooruit
in the direction of a road, path, etc., indicating a forward movement
Voorbeelden
She walked along, lost in thought.
Ze liep langs, verdiept in gedachten.
The car moved slowly along.
De auto reed langzaam langs de weg.
02
goed, geleidelijk
in a manner that indicates something is advancing or developing
Voorbeelden
The project is coming along nicely, thanks to everyone's hard work.
Het project vordert goed, dankzij ieders harde werk.
Her skills improved significantly as the semester went along.
Haar vaardigheden verbeterden aanzienlijk naarmate het semester verliep.
03
mee, in gezelschap van
together with someone or something or in accompaniment
Voorbeelden
She brought her younger brother along to the party.
Ze nam haar jongere broer mee naar het feest.
Can I come along on your trip to the beach?
Mag ik met je meegaan op je reis naar het strand?
3.1
mee, meenemend
used to indicate the presence of something necessary or beneficial
Voorbeelden
He forgot to bring his wallet along.
Hij vergat zijn portemonnee mee te nemen.
Make sure you take your coat along, it's getting chilly.
Zorg ervoor dat je je jas meeneemt, het wordt koud.
04
Ik kom er over een paar minuten aan om me bij je te voegen., Ik ben er zo over een paar minuten om mee te doen.
used to indicate that someone or something will arrive soon or is present
Voorbeelden
I 'll be along in a few minutes to join you.
Ik ben er zo over een paar minuten om bij je te komen.
He said he would be along later to help us set up.
Hij zei dat hij later zou komen om ons te helpen op te zetten.
05
langs, van de een naar de ander
used to show the transfer or movement of something between people
Voorbeelden
The message was passed along to the next person.
Het bericht werd doorgegeven aan de volgende persoon.
The rumor spread along quickly, from one group to another.
Het gerucht verspreidde zich snel langs, van de ene groep naar de andere.
along
Voorbeelden
We walked along the beach, enjoying the sunset.
We liepen langs het strand en genoten van de zonsondergang.
The cyclist rode along the riverbank at a steady pace.
De fietser reed langs de rivieroever in een gestaag tempo.
1.1
langs, in de loop van
used to show the progress or movement through a process or time
Voorbeelden
She learned a lot along the way.
Ze heeft onderweg veel geleerd.
The project got easier along the course of the year.
Het project werd gemakkelijker in de loop van het jaar.
02
langs, naast
used to indicate the placement or arrangement of things next to a long surface or line
Voorbeelden
There are beautiful parks along the river.
Er zijn mooie parken langs de rivier.
The trees were planted along the road.
De bomen werden langs de weg geplant.
03
volgens, in overeenstemming met
used to show similarity or accordance with something
Voorbeelden
The new policies are along the lines of the previous guidelines.
Het nieuwe beleid is in lijn met de vorige richtlijnen.
The proposal was along the same idea as the original plan.
Het voorstel was in dezelfde lijn als het oorspronkelijke plan.



























