Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to tweak
01
knijpen, trekken
to pinch, pull, or adjust something with a sudden, quick motion, particularly to remove or separate it from something else
Complex Transitive: to tweak sth from sth [adj]
Voorbeelden
She tweaked a loose thread from the fabric of her sweater.
Ze trok aan een losse draad van de stof van haar trui.
The gardener tweaked a few leaves from the plant to promote better growth.
De tuinman kneep een paar bladeren van de plant om een betere groei te bevorderen.
02
knijpen, zachtjes knijpen
to give a sharp, quick squeeze or pinch
Transitive: to tweak sth
Voorbeelden
In a mischievous move, she tweaked her brother's cheek while passing by.
In een ondeugende beweging kneep ze haar broer in zijn wang terwijl ze langsliep.
The toddler giggled as his mother gently tweaked his nose during playtime.
De peuter giechelde toen zijn moeder zachtjes aan zijn neus kneep tijdens het spelen.
03
aanpassen, verfijnen
to make small and precise adjustments
Transitive: to tweak sth
Voorbeelden
The photographer decided to tweak the camera settings for better exposure before taking the final shot.
De fotograaf besloot de camerainstellingen voor een betere belichting aan te passen voordat hij de uiteindelijke opname maakte.
The mechanic needed to tweak the engine's performance by adjusting a few parameters.
De monteur moest de prestaties van de motor bijstellen door een paar parameters aan te passen.
04
zenuwachtig worden, in paniek raken
to behave nervously, compulsively, or erratically, often in response to stress or pressure
Voorbeelden
He started to tweak when his boss asked for last-minute revisions.
Hij begon te tweaken toen zijn baas op het laatste moment revisies vroeg.
I could see her tweaking over the approaching project deadline.
Ik kon haar zien trillen vanwege de naderende projectdeadline.
01
knijpen, kneep
a squeeze with the fingers



























