Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to run up
[phrase form: run]
01
opdrijven, verhogen
to cause the cost or value of something to increase
Transitive: to run up a price or value
Voorbeelden
Global events can run up the price of commodities.
Wereldwijde gebeurtenissen kunnen de prijs van grondstoffen opdrijven.
A surge in demand can run up the prices of luxury goods.
Een piek in de vraag kan de prijzen van luxegoederen opdrijven.
02
ophopen, aangaan
to create a significant amount of debt over a period of time
Transitive: to run up a debt
Voorbeelden
They unknowingly ran up a large bill by using premium services.
Ze hebben onbewust een grote rekening opgebouwd door premiumdiensten te gebruiken.
If you continue to overspend, you 'll run up a significant debt.
Als je blijft overbesteden, zul je een aanzienlijke schuld opbouwen.
03
ophopen, optellen
to reach a specific number of points during the course of a game or match
Transitive: to run up points
Voorbeelden
The athlete 's exceptional performance helped her run up an impressive total in the track and field competition.
De uitzonderlijke prestatie van de atlete hielp haar een indrukwekkend totaal te behalen in de atletiekwedstrijd.
The cricket team was determined to run up a challenging total, setting a target that the opposing team would find difficult to reach.
Het cricketteam was vastbesloten om een uitdagend totaal te bereiken, een doel stellen dat het tegenovergestelde team moeilijk zou vinden te bereiken.
04
snel in elkaar naaien, haastig in elkaar zetten
to quickly make something, like clothes, by putting pieces of fabric together
Transitive: to run up clothes
Voorbeelden
She ran up a beautiful dress for the party.
Ze heeft snel een mooie jurk in elkaar gezet voor het feest.
The tailor ran a new suit up for the groom in record time.
De kleermaker naaide in recordtijd een nieuw pak voor de bruidegom.
05
toesnellen, snel naar toe gaan
to move quickly toward a particular place
Intransitive
Transitive: to run up a path
Voorbeelden
She suggested they run up the street to grab some snacks before the movie starts.
Ze stelde voor dat ze de straat oprennen om wat snacks te halen voordat de film begint.
Let 's run up the trail and see if we can catch a glimpse of the rare birds that were spotted there yesterday.
Laten we snel omhoog rennen het pad en kijken of we een glimp kunnen opvangen van de zeldzame vogels die daar gisteren zijn gespot.
06
hijsen, ophijsen
to lift a flag to the top of a flagpole
Dialect
British
Transitive: to run up a flag
Voorbeelden
The scout leader taught the youngsters how to run up the scout flag with precision.
De scoutleider leerde de jongeren hoe ze de scoutvlag precies kunnen hijsen.
He ran up the team banner, signaling the beginning of the championship celebration.
Hij hijsde het teamspandoek, wat het begin van het kampioenschapsfeest markeerde.
07
omhoog schieten, snel stijgen
to grow in amount, value, etc.
Intransitive
Voorbeelden
After the positive earnings report, the company 's stock prices began to run up, reaching new heights.
Na het positieve winstrapport begonnen de aandelenkoersen van het bedrijf snel te stijgen, waardoor nieuwe hoogten werden bereikt.
Investors were pleased with the product launch, causing the company 's share prices to run up significantly.
Investeerders waren tevreden met de productlancering, waardoor de aandelenkoersen van het bedrijf aanzienlijk stegen.
08
oprichten, neerzetten
to put something in an upright position
Transitive: to run up sth
Voorbeelden
With the storm approaching, they decided to run up a makeshift tent for shelter.
Met de storm in aantocht besloten ze een geïmproviseerde tent op te zetten voor onderdak.
To welcome the unexpected guests, they had to run up additional seating in the backyard.
Om de onverwachte gasten te verwelkomen, moesten ze extra zitplaatsen regelen in de achtertuin.



























