Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to rout
01
verslaan, op de vlucht jagen
to defeat someone or something in a decisive and overwhelming manner
Transitive: to rout an opponent
Voorbeelden
The army launched a surprise attack to rout the enemy forces and secure a quick victory.
Het leger lanceerde een verrassingsaanval om de vijandelijke troepen te verslaan en een snelle overwinning te verzekeren.
The soccer team played exceptionally well, managing to rout their opponents with a 5-0 score.
Het voetbalteam speelde uitzonderlijk goed en slaagde erin hun tegenstanders met een 5-0 score te verslaan.
02
verstrooien, op de vlucht jagen
to cause a group of people or animals to scatter or disperse
Transitive: to rout a group
Voorbeelden
The loud noise from the fireworks routed the birds, sending them flying in all directions.
Het harde geluid van het vuurwerk verjoeg de vogels, waardoor ze alle kanten op vlogen.
The alarm went off, and the crowd was routed from the building in a panic.
Het alarm ging af, en de menigte werd in paniek uit het gebouw verjaagd.
03
frezen, uitsnijden
to carve out, gouge, or create a furrow in a material like wood, metal, or earth
Transitive: to rout solid material
Voorbeelden
The carpenter routed the wood to create a smooth, rounded edge.
De timmerman freesde het hout om een gladde, afgeronde rand te creëren.
He used a tool to rout the metal, leaving deep grooves along the surface.
Hij gebruikte een gereedschap om het metaal te frezen, waardoor diepe groeven langs het oppervlak achterbleven.
04
wroeten, snuffelen
to poke or search around with the snout
Intransitive
Voorbeelden
The pig began to rout through the mud in search of food.
Het varken begon in de modder te wroeten op zoek naar voedsel.
The dog routed through the yard, sniffing for any scraps it could find.
De hond snuffelde door de tuin, op zoek naar etensresten die hij kon vinden.
01
menigte, rel
a disorderly and frenzied crowd of people, often characterized by chaos and confusion
Voorbeelden
As the concert ended, a rout of enthusiastic fans surged toward the exit, creating a chaotic scene.
Toen het concert eindigde, stormde een menigte enthousiaste fans naar de uitgang, wat een chaotische scène veroorzaakte.
The sudden appearance of a fire alarm caused a rout of panicked shoppers in the crowded mall.
Het plotselinge verschijnen van een brandalarm veroorzaakte een paniekerige vlucht van bange shoppers in het drukke winkelcentrum.
02
roedel, wolvenroedel
a group of wolves
03
nederlaag, debacle
an overwhelming defeat



























