Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
routine
01
gebruikelijk, alledaags
occurring or done as a usual part of a process or job
Voorbeelden
Checking emails is a routine task for most office workers.
E-mails controleren is een routine taak voor de meeste kantoorwerkers.
Daily meetings are routine in many workplaces to discuss progress and goals.
Dagelijkse vergaderingen zijn een routine in veel werkplekken om vooruitgang en doelen te bespreken.
Routine
Voorbeelden
She follows a morning routine every day.
Ze volgt elke dag een ochtendroutine.
His exercise routine includes jogging and push-ups.
Zijn routine van oefeningen omvat joggen en push-ups.
Voorbeelden
The comedian 's routine had the audience laughing nonstop.
De routine van de komiek liet het publiek onophoudelijk lachen.
Their dance routine was perfectly synchronized.
Hun dans-routine was perfect gesynchroniseerd.
03
routine, instructiereeks
a sequence of programmed instructions that perform a specific task in computing
Voorbeelden
The software runs a startup routine when the computer boots.
De software voert een opstartroutine uit wanneer de computer opstart.
A backup routine protects important files.
Een back-uproutine beschermt belangrijke bestanden.
