Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to let out
[phrase form: let]
01
uitstoten, laten ontsnappen
to make a sudden, uncontrolled vocal sound as a reaction to an emotion
Transitive: to let out a vocal sound
Voorbeelden
The injured child let out a piercing scream of pain, alerting their parents to their distress.
Het gewonde kind slaakte een doordringende kreet van pijn, waardoor zijn ouders op zijn nood werden gewezen.
The crowd let out a collective gasp of surprise as the magician performed an unexpected illusion.
De menigte slaakte een collectieve zucht van verbazing toen de goochelaar een onverwachte illusie uitvoerde.
02
onthullen, lekken
to reveal confidential information to the public
Transitive: to let out confidential information
Voorbeelden
The anonymous source let the details of the government's secret operation out, causing a political uproar and international tensions.
De anonieme bron lektte de details van de geheime operatie van de overheid, wat een politieke opschudding en internationale spanningen veroorzaakte.
The hacker let the personal information of millions of users out, creating a privacy scandal and exposing individuals to potential identity theft or fraud.
De hacker heeft de persoonlijke gegevens van miljoenen gebruikers uitgelekt, wat een privacyschandaal veroorzaakte en individuen blootstelde aan mogelijke identiteitsdiefstal of fraude.
03
verwijden, losmaken
to alter a garment to increase its overall size or looseness
Transitive: to let out a garment
Voorbeelden
The seamstress let out the seams of the dress to make it fit the growing child.
De naaister heeft de naden van de jurk uitgelaten om hem passend te maken voor het groeiende kind.
The tailor let the sleeves of the jacket out to make them fit the wearer ’s longer arms.
De kleermaker verbreedde de mouwen van het jasje om ze aan te passen aan de langere armen van de drager.
04
uitsluiten, vrijlaten
to eliminate someone from a possibility or obligation
Transitive: to let out sb
Voorbeelden
The detective informed the witness that their alibi had been verified, letting them out as a suspect in the crime.
De detective informeerde de getuige dat hun alibi was geverifieerd, waardoor ze als verdachte in de misdaad werden uitgesloten.
The witness statement lets the friend out, as it confirms that they were at the library during the time of the robbery.
De getuigenverklaring vrijwaart de vriend, omdat deze bevestigt dat hij in de bibliotheek was ten tijde van de overval.
05
laten uitgaan, vrijlaten
to allow someone or something to exit a confined space
Transitive: to let out sb/sth
Voorbeelden
The jail guard let out the prisoner for their daily exercise.
De gevangenisbewaker liet de gevangene uit voor hun dagelijkse oefening.
The zookeeper let out the lioness for public viewing.
De dierentuinbewaker liet de leeuwin uit voor publieke bezichtiging.
06
eindigen, loslaten
(of classes, movies, meetings, etc.) to reach an end, allowing participants to depart
Intransitive
Voorbeelden
The school bell rang, signaling that the school day had let out, and students erupted from their classrooms.
De schoolbel ging, wat betekende dat de schooldag voorbij was, en de leerlingen stroomden uit hun klaslokalen.
When the film let out, the audience began to exit the theater.
Toen de film afgelopen was, begon het publiek de bioscoop te verlaten.



























