Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to bring up
[phrase form: bring]
01
opvoeden, grootbrengen
to look after a child until they reach maturity
Transitive: to bring up a child
Voorbeelden
The grandparents played a significant role in bringing up their grandchildren.
De grootouders speelden een belangrijke rol in het opvoeden van hun kleinkinderen.
The foster parents were committed to bringing up the child in a loving environment.
De pleegouders waren vastbesloten om het kind op te voeden in een liefdevolle omgeving.
02
omhoog brengen, optillen
to lift or move something to a higher position
Transitive: to bring up sth somewhere
Voorbeelden
Can you bring the box up to the second floor, please?
Kunt u de doos naar de tweede verdieping brengen, alstublieft?
We brought up the anchor on the boat before setting sail.
We hebben het anker op de boot opgehaald voordat we uitvoeren.
03
vermelden, ter sprake brengen
to mention a particular subject
Transitive: to bring up a subject
Voorbeelden
He brought up the topic of technology during the discussion.
Hij bracht het onderwerp technologie ter sprake tijdens de discussie.
She brought up an interesting fact from earlier in the lecture.
Ze bracht een interessant feit uit eerder in de lezing ter sprake.
04
aansnijden, voorstellen
to propose a topic or idea to explore and talk about
Transitive: to bring up an idea
Voorbeelden
We should bring improving benefits up at the staff meeting.
We moeten het verbeteren van de voordelen aankaarten tijdens de personeelsvergadering.
She brought safety concerns up with the management team.
Ze bracht veiligheidszorgen ter sprake bij het managementteam.
05
plotseling stoppen, abrupt beëindigen
to make something stop suddenly and forcefully
Transitive: to bring up sth
Voorbeelden
The safety feature is designed to bring up the escalator in case of an emergency.
De veiligheidsfunctie is ontworpen om de roltrap in noodgevallen plotseling te stoppen.
The sudden obstacle forced him to bring up the bicycle.
Het plotselinge obstakel dwong hem om de fiets plotseling tot stilstand te brengen.
06
plotseling stoppen, abrupt tot stilstand brengen
to bring to a sudden stop
Transitive: to bring up a vehicle or animal
Voorbeelden
She brought the car up just in time to avoid the collision.
Ze bracht de auto net op tijd tot stilstand om de botsing te vermijden.
The bus driver brought up the vehicle to prevent a dangerous situation.
De buschauffeur bracht het voertuig tot een abrupte stop om een gevaarlijke situatie te voorkomen.
07
bevorderen, opkrikken
to move to a higher position or status
Transitive: to bring up sb
Voorbeelden
She brought up several employees after recognizing their hard work.
Ze promoveerde verschillende werknemers nadat ze hun harde werk erkende.
The manager brought the talented intern up to a permanent position.
De manager heeft de getalenteerde stagiair bevorderd naar een vaste positie.
08
opstarten, activeren
(of a device) to turn on and activate the operating system
Transitive: to bring up a device
Voorbeelden
The user manual provides instructions on bringing up the software.
De gebruikershandleiding geeft instructies voor het opstarten van de software.
Wait a moment after you bring up the device for it to fully start.
Wacht even nadat u het apparaat hebt opgestart tot het volledig is opgestart.
8.1
weergeven, openen
(of computers) to display a tab, file, or image on the screen
Transitive: to bring up a computer file or information
Voorbeelden
I brought up the spreadsheet during the meeting for everyone to see.
Ik heb de spreadsheet weergegeven tijdens de vergadering zodat iedereen hem kon zien.
Let 's bring up the slides for the virtual workshop.
Laten we de dia's voor de virtuele workshop weergeven.
09
tevoorschijn toveren, oproepen
to make something appear or start to happen, as if by magic or a sudden command
Transitive: to bring up sth
Voorbeelden
The sorcerer chanted ancient words and was able to bring up a majestic phoenix from the ashes.
De tovenaar sprak oude woorden en kon een majestueuze feniks uit de as tevoorschijn toveren.
With a wave of her wand, the fairy godmother brought up an enchanted realm filled with wonders
Met een zwaai van haar toverstaf liet de peettante fee verschijnen een betoverd rijk vol wonderen.
10
overgeven, braken
to throw up the contents of one's stomach through the mouth
Transitive: to bring up contents of one's stomach
Voorbeelden
The strong smell of the medicine almost made her bring it up.
De sterke geur van het medicijn deed haar bijna overgeven.
The bumpy car ride made some of the passengers bring up their breakfast.
De hobbelige autorit zorgde ervoor dat sommige passagiers hun ontbijt opbraakten.



























