Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
achterkant, achterzijde
the part of an object located on the opposite side from its front
Voorbeelden
The car 's rear was dented in the accident.
De achterkant van de auto was deuken in het ongeluk.
He attached the trailer to the rear of the truck.
Hij bevestigde de aanhanger aan de achterkant van de vrachtwagen.
02
achterste, billen
the part of the human body on which a person sits
Voorbeelden
He slipped on the ice and landed squarely on his rear.
Hij gleed uit op het ijs en landde recht op zijn achterwerk.
The chair was so uncomfortable that it made his rear ache after a while.
De stoel was zo oncomfortabel dat zijn achterwerk na een tijdje pijn begon te doen.
03
achterhoede, ondersteuningsgebied
the part of a military force that is furthest from the enemy, often used for support and logistics
Voorbeelden
Supplies were transported from the rear to the front lines throughout the battle.
Voorraden werden tijdens de hele slag van het achterland naar de frontlinies vervoerd.
The soldiers at the rear were tasked with organizing medical aid and rations.
De soldaten aan de achterkant waren belast met het organiseren van medische hulp en rantsoenen.
Voorbeelden
The rear entrance of the building provided discreet access for employees.
De achteringang van het gebouw bood discrete toegang voor werknemers.
The rear tires of the car were larger than the front tires for better traction.
De achterste banden van de auto waren groter dan de voorbanden voor betere tractie.
to rear
Voorbeelden
She dedicated her life to rearing her three children.
Ze wijdde haar leven aan het opvoeden van haar drie kinderen.
It takes a lot of patience and love to rear a child well.
Het kost veel geduld en liefde om een kind goed op te voeden.
02
op de achterbenen staan, steigeren
to stand or rise onto the back legs, usually referring to animals
Intransitive
Voorbeelden
The horse reared when it heard the thunder.
Het paard richtte zich op zijn achterbenen op toen het de donder hoorde.
The lion reared on its back legs and roared.
De leeuw richtte zich op zijn achterpoten en brulde.
03
oprijzen, domineren
to rise or extend to a great height, especially when something appears to tower over its surroundings
Voorbeelden
The skyscrapers reared above the city skyline.
De wolkenkrabbers rezen boven de skyline van de stad.
The mountain reared up in the distance, its peak covered in snow.
De berg rees op in de verte, zijn top bedekt met sneeuw.
Voorbeelden
The farmer rears cows for dairy production.
De boer kweekt koeien voor de zuivelproductie.
She has been rearing horses for competitive racing.
Ze heeft paarden opgevoed voor wedstrijdracen.
Voorbeelden
She reared the seedlings carefully until they were strong enough to be transplanted.
Ze kweekte de zaailingen zorgvuldig tot ze sterk genoeg waren om te verplanten.
The farmer reared his crops with great attention to detail.
De boer kweekte zijn gewassen met grote aandacht voor detail.



























