Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to test
01
testen, controleren
to take actions to check the quality, reliability, or performance of something
Transitive: to test sb/sth
Voorbeelden
The mechanic tested the car's brakes to ensure they were functioning properly.
De monteur testte de remmen van de auto om ervoor te zorgen dat ze goed werkten.
Engineers need to test the materials for durability and strength.
Ingenieurs moeten de materialen testen op duurzaamheid en sterkte.
02
testen, onderzoeken
to check someone's health condition to find possible problems or concerns
Transitive: to test a body part or health indicator
Voorbeelden
Before starting the treatment, the dentist will test your teeth and gums.
Voordat de behandeling begint, zal de tandarts uw tanden en tandvlees testen.
The dermatologist will test a small patch of skin to diagnose any allergies.
De dermatoloog zal een klein stukje huid testen om allergieën te diagnosticeren.
03
testen, beoordelen
to evaluate or assess someone's abilities, knowledge, or skills through a test or examination
Transitive: to test an ability or skill | to test sb on an ability or skill
Voorbeelden
The teacher will test the students' math skills with a timed exam.
De leraar zal de wiskundige vaardigheden van de studenten testen met een getimede toets.
The coach will test the players' fitness levels before the tournament.
De coach zal de fitnessniveaus van de spelers testen voor het toernooi.
04
testen, evalueren
to achieve a specific result or evaluation on an assessment
Intransitive: to test in a specific manner
Voorbeelden
She tested well on the math exam and scored an A+.
Ze heeft goed getest op het wiskunde-examen en scoorde een A+.
The athletes tested well during the fitness assessment.
De atleten testten goed tijdens de fitheidstest.
05
testen, controleren
to demonstrate a particular quality or condition when subjected to a test or examination.
Linking Verb: to test [adj]
Voorbeelden
He tested positive for diabetes after the routine check-up.
Hij testte positief op diabetes na de routinecontrole.
The water tested safe for drinking after the purification process.
Het water werd getest en bleek veilig te drinken na het zuiveringsproces.
06
een test afleggen
to take part in a test or examination to assess one's abilities, knowledge, or performance
Intransitive
Voorbeelden
The candidates will test tomorrow to determine their eligibility for the job.
De kandidaten zullen morgen een test afleggen om hun geschiktheid voor de baan te bepalen.
She had to test before she could receive her driver's license.
Ze moest een test afleggen voordat ze haar rijbewijs kon krijgen.
07
testen
to use an examination as a method for analyzing or diagnosing something
Intransitive: to test for a substance or condition
Voorbeelden
The lab will test for contaminants in the water before it is deemed safe to drink.
Het laboratorium zal het water testen op verontreinigingen voordat het als veilig om te drinken wordt beschouwd.
Before making a diagnosis, the physician will test for allergies.
Voordat een diagnose wordt gesteld, zal de arts testen op allergieën.
01
examen, test
an examination that consists of a set of questions, exercises, or activities to measure someone’s knowledge, skill, or ability
ApprovingVoorbeelden
After the language test, the teacher provided feedback to help the students improve their language skills.
Na de taaltest gaf de leraar feedback om de studenten te helpen hun taalvaardigheid te verbeteren.
Mark received a high score on the history test because he reviewed the material thoroughly.
Mark behaalde een hoge score op de geschiedenistest omdat hij het materiaal grondig had doorgenomen.
02
medisch onderzoek, medische test
a medical examination of the body or a part of body to detect possible health issues
Voorbeelden
The doctor scheduled a blood test to check for any infections.
De dokter heeft een bloedonderzoek ingepland om te controleren op infecties.
She went for a vision test to ensure her eyesight was normal.
Ze ging voor een oogtest om ervoor te zorgen dat haar gezichtsvermogen normaal was.
03
test, proef
a procedure used to examine something, check its quality, or measure its performance
Voorbeelden
The scientist conducted a test to measure the pH levels of the solution.
De wetenschapper voerde een test uit om de pH-waarden van de oplossing te meten.
They ran a test to see how the new software performed.
Ze voerden een test uit om te zien hoe de nieuwe software presteerde.
04
test, proef
any standardized procedure for measuring sensitivity or memory or intelligence or aptitude or personality etc
05
test, proef
the act of testing something
Lexicale Boom
tested
tester
testing
test
