to play off
Pronunciation
/plˈeɪ ˈɔf/
British pronunciation
/plˈeɪ ˈɒf/

Definitie en betekenis van "play off"in het Engels

to play off
[phrase form: play]
01

doen alsof je niet geraakt bent, verbergen

to pretend not to be affected by a certain emotion or reaction
to play off definition and meaning
example
Voorbeelden
She tried to play off her disappointment when she did n't win the award.
Ze probeerde haar teleurstelling te verbergen toen ze de prijs niet won.
The comedian's joke did n't land, but he played it off by making fun of his own joke.
De grap van de comedian sloeg niet aan, maar hij speelde het weg door zijn eigen grap belachelijk te maken.
02

tegen elkaar uitspelen, laten concurreren

to set people or teams against each other in competition or rivalry for one's own advantage
example
Voorbeelden
The coach will play the two best players off to determine who gets the starting position.
De coach zal de twee beste spelers tegen elkaar laten spelen om te bepalen wie de startpositie krijgt.
After the initial rounds, they decided to play the finalists off next Saturday.
Na de eerste rondes besloten ze de finalisten volgende zaterdag uit te spelen.
03

een beslissingswedstrijd spelen, een play-off spelen

to compete in an extra game to decide the winner of a tied competition
example
Voorbeelden
Because they had the same points at the end of the season, the teams had to play it off to see who would advance.
Omdat ze aan het einde van het seizoen dezelfde punten hadden, moesten de teams een play-off spelen om te zien wie er door zou gaan.
The two teams will play off on Saturday to decide the league champion.
De twee teams spelen zaterdag een play-off om de kampioen van de competitie te bepalen.
01

ijs vrij en open voor verkeer, vrij en begaanbaar

free of ice and open to travel
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store