Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to loom
01
opdoemen, dreigen
to appear as a large shape that is unclear, particularly in a manner that is threatening
Intransitive
Voorbeelden
Dark storm clouds began to loom on the horizon, signaling an approaching thunderstorm.
Donkere onweerswolken begonnen aan de horizon te verschijnen, wat een naderend onweer aankondigde.
The towering mountain range loomed in the distance as they continued their hike.
De torenhoge bergketen doemde in de verte op terwijl ze hun wandeling voortzetten.
02
opdoemen, dreigend verschijnen
to appear suddenly and with a sense of threat or significance
Intransitive
Voorbeelden
Economic troubles began to loom as the stock market plunged.
Economische problemen begonnen op te doemen toen de aandelenmarkt kelderde.
The possibility of war loomed in the minds of the citizens as tensions escalated between the two countries.
De mogelijkheid van oorlog dook op in de gedachten van de burgers toen de spanningen tussen de twee landen escaleerden.
03
weven, werken
to operate or weave fabric on a device used for making fabric by interlacing threads
Transitive: to loom fabric
Voorbeelden
The artisan carefully loomed a beautiful tapestry using vibrant threads.
De ambachtsman weefde zorgvuldig een prachtig tapijt met levendige draden.
In the textile factory, workers loomed large bolts of fabric for mass production.
In de textielfabriek weefden de arbeiders grote rollen stof voor massaproductie.
01
weefgetouw, weefmachine
a device used for weaving textiles or fabrics, consisting of a frame or machine with a series of parallel threads called the warp, and a set of perpendicular threads called the weft, which are interlaced to create the fabric
Voorbeelden
The artisan operated the loom with practiced precision.
De ambachtsman bediende het weefgetouw met geoefende precisie.
Ancient looms were often made of wood and powered by hand.
Oude weefgetouwen waren vaak gemaakt van hout en met de hand aangedreven.
Lexicale Boom
looming
loom



























