Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to indulge
01
zichzelf verwennen, zichzelf toestaan
to allow oneself to do or have something that one enjoys, particularly something that might be bad for one
Intransitive: to indulge in sth
Voorbeelden
She decided to indulge in a piece of chocolate cake as a treat.
Ze besloot zich te verwennen met een stuk chocoladetaart als traktatie.
He often indulges in late-night snacks, even though he knows it's not good for his health.
Hij verwent zichzelf vaak met late-night snacks, ook al weet hij dat het niet goed is voor zijn gezondheid.
02
zich overgeven, zich verwennen
to give in to or allow oneself to fully enjoy a desire or interest without restraint
Transitive: to indulge an interest or desire
Voorbeelden
He indulged his passion for photography by spending the entire weekend taking pictures.
Hij gaf toe aan zijn passie voor fotografie door het hele weekend foto's te maken.
They indulged their curiosity by exploring the old, abandoned house.
Ze voldeden hun nieuwsgierigheid door het oude, verlaten huis te verkennen.
03
verwennen, zich overgeven
to allow oneself or someone else to enjoy something excessively, often without restraint
Transitive: to indulge sb with sth
Voorbeelden
The parents decided to indulge their children with a trip to Disneyland as a special treat.
De ouders besloten hun kinderen te verwennen met een reis naar Disneyland als een speciale traktatie.
He loves to indulge his partner with breakfast in bed on weekends.
Hij houdt ervan om zijn partner in het weekend te verwennen met ontbijt op bed.
Lexicale Boom
indulgence
indulgent
indulging
indulge



























