Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
here
Voorbeelden
Stand here to see the full mural.
Ga hier staan om het volledige muurschildering te zien.
She left her bag here yesterday.
Ze heeft haar tas hier gisteren achtergelaten.
Voorbeelden
Come here and see this!
Kom hier en kijk hiernaar!
Bring the folder over here, please.
Breng de map hierheen, alsjeblieft.
1.2
hier, daar
used to direct attention to a specific spot, often with a physical gesture
Voorbeelden
Write your name here on the dotted line.
Schrijf uw naam hier op de stippellijn.
The crack in the screen is here, see it?
De barst in het scherm is hier, zie je het?
02
hier, kijk
used to announce someone's or something's arrival
Voorbeelden
Here comes the bus!
Hier komt de bus!
Here she is, the guest of honor!
Hier is ze, de eregast!
03
hier, alsjeblieft
used to present or hand over something
Voorbeelden
Here's the contract, sign at the bottom.
Hier is het contract, onderteken onderaan.
Here's a tip: always check the expiration date.
Hier is een tip: controleer altijd de vervaldatum.
04
hier, in dit geval
in this specific case, matter, or context
Voorbeelden
The precedent does n't apply here because the circumstances differ.
Het precedent is hier niet van toepassing omdat de omstandigheden verschillen.
What we have here is a classic misunderstanding.
Wat we hier hebben is een klassiek misverstand.
Voorbeelden
Here in the experiment, we observe the chemical reaction reaching its peak.
Hier, in het experiment, observeren we de chemische reactie die zijn hoogtepunt bereikt.
Here we decide to stay or go.
Hier beslissen we om te blijven of te gaan.
06
hier, kijk
used to add urgency or force to a statement
Voorbeelden
Here now; that's enough arguing!
Hier nu; genoeg ruzie!
Hey, I 'm trying to concentrate here!
Hé, ik probeer me hier te concentreren!
07
hier, daar
used to reference life, the world, or the present state
Voorbeelden
What's the meaning of here and now?
Wat is de betekenis van hier en nu?
We 're all just passing through here.
We zijn allemaal maar even hier.
01
hier, aanwezig
being the one immediately present or referred to, used for emphasis
Voorbeelden
I want you to try this here apple pie.
Ik wil dat je deze appeltaart hier probeert.
Can you hand me that here wrench on the bench?
Kun je me hier die sleutel op de bank aangeven ?
01
hier, hierzo
the current location or position of the speaker
Voorbeelden
Here smells like fresh coffee.
Hier ruikt het naar verse koffie.
She prefers here to anywhere else.
Zij verkiest hier boven elke andere plaats.
02
fase, moment
the current stage or moment in a sequence
Voorbeelden
Here in the debate is where we disagree.
Hier, in het debat, is waar we het niet eens zijn.
I've explained the basics, you take it from here.
Ik heb de basis uitgelegd, jij neemt het over vanaf hier.
03
hier, heden
existence in the current physical or temporal state
Voorbeelden
The here and the hereafter are topics of deep philosophy.
Het hier en het hiernamaals zijn onderwerpen van diepe filosofie.
He believes happiness in the here is just as important as salvation.
Hij gelooft dat geluk in het hier net zo belangrijk is als verlossing.
here
Voorbeelden
Here, let me help you with that heavy box!
Hier, laat me je helpen met die zware doos!
Here, take this umbrella; it's raining outside.
Hier, neem deze paraplu; het regent buiten.
02
Kom hier!, Hier!
used to tell a person or pet to come closer
Voorbeelden
" Here! " she called, patting her knee for the puppy to run over.
Hier ! riep ze, terwijl ze op haar knie klopte zodat de puppy naar haar toe zou rennen.
Here, boy! Time for your walk!
Hier, jongen! Tijd voor je wandeling!
03
Hier!, Aanwezig!
used as a response to confirm attendance when one's name is called
Voorbeelden
When the teacher calls your name, do you say " Here! " or " Present! "?
Wanneer de leraar je naam noemt, zeg je dan «Hier!» of «Aanwezig!»?
Say " Here! " when your name is called.
Zeg "Hier" wanneer je naam wordt genoemd.



























