Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to ditch
01
zich ontdoen van, weggooien
to dispose of something
Transitive: to ditch sth
Voorbeelden
Tired of the old furniture, they decided to ditch it and buy new pieces.
Vermoeid van het oude meubilair, besloten ze het weg te gooien en nieuwe stukken te kopen.
Instead of repairing the broken appliance, they ditched it and got a new one.
In plaats van het kapotte apparaat te repareren, hebben ze het weggegooid en een nieuwe gekocht.
02
dumpen, achterlaten
to abruptly end a relationship with someone without warning or explanation
Transitive: to ditch sb
Voorbeelden
He decided to ditch his girlfriend after months of tension in their relationship.
Hij besloot zijn vriendin in de steek te laten na maanden van spanning in hun relatie.
She was shocked when he suddenly ditched her without any explanation.
Ze was geschokt toen hij haar plotseling zonder enige uitleg dumpte.
03
spijbelen, de school verzuimen
to deliberately absent oneself from a class or school activity without permission
Transitive: to ditch a class or school activity
Voorbeelden
He decided to ditch school and spend the day hanging out with his friends instead.
Hij besloot school te spijbelen en in plaats daarvan de dag met zijn vrienden door te brengen.
Despite knowing the consequences, she chose to ditch class to attend a concert downtown.
Ondanks dat ze de gevolgen kende, koos ze ervoor om de les te overslaan om een concert in het stadscentrum bij te wonen.
04
een noodlanding op water maken, op het water een noodlanding uitvoeren
to make an emergency landing on water
Intransitive
Voorbeelden
The small plane was forced to ditch in the lake after running out of fuel.
Het kleine vliegtuig moest na het opraken van brandstof een noodlanding op het water maken in het meer.
The plane had to ditch after a system malfunction left it unable to reach an airport.
Het vliegtuig moest een noodlanding op het water maken nadat een systeemstoring het onmogelijk maakte om een luchthaven te bereiken.
05
graven, een greppel graven
to dig or create a tranch in the ground
Transitive: to ditch the land
Voorbeelden
They decided to ditch the area to improve water drainage during the storm.
Ze besloten om een greppel te graven om de waterafvoer tijdens de storm te verbeteren.
The workers will ditch the field to control the flow of water.
De arbeiders zullen een greppel graven in het veld om de waterstroom te controleren.
06
een noodlanding op water maken, een vliegtuig op water laten landen in noodgevallen
to land an aircraft on water in emergency
Transitive: to ditch an aircraft
Voorbeelden
The pilot had to ditch the plane in the ocean after the engine failed.
De piloot moest het vliegtuig in de oceaan landen nadat de motor was uitgevallen.
The aircraft was low on fuel, and the crew decided to ditch it in the nearest lake.
Het vliegtuig had weinig brandstof en de bemanning besloot het in het dichtstbijzijnde meer te laten landen op het water.
01
sloot, greppel
a long, narrow hole next to a road to keep it from getting too wet
Voorbeelden
He cleared debris from the ditch after heavy rainfall.
Hij ruimde puin op uit de sloot na zware regenval.
They dug a new ditch to improve drainage on the roa
Ze groeven een nieuwe sloot om de afwatering op de weg te verbeteren.



























