Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to turn around
/ˈtɝn əˈraʊnd/
/ˈtɜːn əˈraʊnd/
to turn around
[phrase form: turn]
01
transformeren, aanzienlijk verbeteren
to cause a significant and positive change in something
Transitive: to turn around an activity or business
Voorbeelden
She turned around her academic performance with dedicated study habits.
Ze keerde haar academische prestaties om met toegewijde studiegewoonten.
The athlete turned around his performance with intensive training.
De atleet keerde zijn prestaties om met intensieve training.
02
omdraaien, zich omkeren
to change your position so as to face another direction
Intransitive
Voorbeelden
She asked him to turn around so she could fix the tag on his shirt.
Ze vroeg hem om zich om te draaien zodat ze het label op zijn shirt kon vastmaken.
When he heard his name, he turned around.
Toen hij zijn naam hoorde, draaide hij zich om.
03
omdraaien, herstellen
to achieve surprising success or improvement through a significant and positive change
Intransitive
Voorbeelden
The business started to turn around after implementing new marketing techniques.
Het bedrijf begon te verbeteren na de implementatie van nieuwe marketingtechnieken.
The project started to turn around as team members embraced a more collaborative approach.
Het project begon een positieve wending te nemen toen teamleden een meer collaboratieve aanpak omarmden.
04
omdraaien, keren
to cause something to face the opposite or a different direction
Transitive: to turn around sth
Voorbeelden
As the ship approached the dock, the captain instructed the crew to turn the vessel around for a smooth docking process.
Toen het schip de kade naderde, instrueerde de kapitein de bemanning om het schip om te draaien voor een soepele aanmeerprocedure.
The gardener decided to turn around the potted plants to ensure that each side received equal sunlight.
De tuinman besloot de potplanten om te draaien om ervoor te zorgen dat elke kant evenveel zonlicht kreeg.
05
het tij keren, de loop van het spel veranderen
to change the expected outcome, especially in a game or situation, and make it go in a different direction
Transitive: to turn around an expected outcome
Voorbeelden
The innovative playcalling turned the football game around in the fourth quarter.
De innovatieve speloproepen keerden de voetbalwedstrijd in het vierde kwart om.
A last-minute decision turned the business deal around for both parties.
Een last-minute beslissing keerde de zakelijke deal voor beide partijen om.
06
in verwarring brengen, doen verdwalen
to cause someone to feel confused or lost
Transitive: to turn around sb
Voorbeelden
The intricate dance routine turned the performers around, causing momentary disarray.
De ingewikkelde dansroutine draaide de performers rond, wat tijdelijke verwarring veroorzaakte.
The contradictory statements turned the listeners around, generating uncertainty.
De tegenstrijdige verklaringen verwarden de luisteraars, wat onzekerheid veroorzaakte.
07
produceren, realiseren
to produce something whether it be an idea, product, or result
Transitive: to turn around a product
Voorbeelden
The company turned around a high volume of custom apparel orders.
Het bedrijf verwerkte een groot volume aan bestellingen voor op maat gemaakte kleding.
The workshop turned around a massive order of handmade pottery.
De werkplaats produceerde een enorme bestelling van handgemaakte pottenbakkerswaren.
08
omdraaien, transformeren
to change the original meaning or purpose of something
Transitive: to turn around sth
Voorbeelden
Turn the feedback around to emphasize constructive points.
Draai de feedback om om constructieve punten te benadrukken.
The marketing team turned the product's image around with a rebranding effort.
Het marketingteam veranderde het imago van het product met een rebranding-inspanning.
Turn around
01
draai, ommezwaai
turning in an opposite direction or position



























