to run off
Pronunciation
/ɹˈʌn ˈɔf/
British pronunciation
/ɹˈʌn ˈɒf/

Definitie en betekenis van "run off"in het Engels

to run off
[phrase form: run]
01

weglopen met, ervandoor gaan met

to leave somewhere with something that one does not own
Intransitive: to run off with sth
to run off definition and meaning
example
Voorbeelden
The mischievous kids ran off with candy from the store without paying.
De stoute kinderen liepen weg met snoep uit de winkel zonder te betalen.
The thief attempted to run off with a laptop from the coffee shop.
De dief probeerde met een laptop uit het café weg te lopen.
02

afdrukken, kopiëren

to produce copies of a document or image typically using a photocopier or printer
Transitive: to run off a document or copy
to run off definition and meaning
example
Voorbeelden
She ran off multiple copies of the report for distribution to the team.
Ze maakte meerdere kopieën van het rapport om aan het team uit te delen.
He ran off a set of flyers to promote the upcoming event.
Hij heeft een set flyers afgedrukt om de aanstaande gebeurtenis te promoten.
03

verjagen, wegjagen

to make someone or something leave a place
Transitive: to run off sb
example
Voorbeelden
The teacher had to run off the disruptive students from the classroom.
De leraar moest de storende studenten uit de klas verjagen.
The coach warned that he would run off players who violated team rules.
De coach waarschuwde dat hij spelers die de teamregels overtraden, zou wegjagen.
04

weglopen, er vandoor gaan

to depart abruptly as if in a hurry or with a sense of urgency
Transitive: to run off a place | to run off from a place
example
Voorbeelden
He ran off the stage, leaving the audience in awe of his energetic performance.
Hij rende het podium af, waardoor het publiek versteld stond van zijn energieke optreden.
They ran off a plane, realizing they had boarded the wrong flight at the last moment.
Ze renden weg van een vliegtuig, zich realiserend op het laatste moment dat ze de verkeerde vlucht hadden genomen.
05

beslissen, een tweede ronde houden

to decide the winner of a contest or competition by holding a second or subsequent round of voting or competition between the top candidates or teams
Transitive: to run off a competition
example
Voorbeelden
Due to a tie, they had to run off the election to determine the winner.
Vanwege een gelijkspel moesten ze een herverkiezing houden om de winnaar te bepalen.
We 'll have to run off the election between the top two candidates.
We zullen een tweede ronde van de verkiezingen moeten houden tussen de twee beste kandidaten.
06

er vandoor gaan, stiekem vertrekken

to unexpectedly and secretly leave with one's lover, often a secret or new romantic partner
Intransitive
example
Voorbeelden
Against their families ' wishes, they decided to run off and get married in a small, private ceremony.
Tegen de wensen van hun families in, besloten ze ervandoor te gaan en te trouwen in een kleine, privéceremonie.
The young couple ran off in the middle of the night to start their new life together.
Het jonge stel vluchtte midden in de nacht om hun nieuwe leven samen te beginnen.
07

snel produceren, afraffelen

to quickly and easily produce a written work, often without much effort or care
Transitive: to run off a written work
example
Voorbeelden
She had to run off a last-minute report for the meeting.
Ze moest snel een last-minute rapport maken voor de vergadering.
The students were instructed to run off a short essay over the weekend.
De studenten kregen de opdracht om in het weekend snel een kort essay te produceren.
08

werken op, aangedreven worden door

to operate using a particular energy source or fuel
Transitive: to run off a particular energy source
example
Voorbeelden
This car can run off electricity, making it eco-friendly and cost-effective.
Deze auto kan op elektriciteit rijden, wat hem milieuvriendelijk en kosteneffectief maakt.
The flashlight runs off rechargeable batteries, reducing waste and saving money.
De zaklamp draait op oplaadbare batterijen, vermindert afval en bespaart geld.
09

diarree hebben, lijden aan diarree

to have frequent, watery bowel movements
Intransitive
example
Voorbeelden
She could n't go to the picnic because she was running off all day.
Ze kon niet naar het picknick gaan omdat ze de hele dag diarree had.
Food poisoning left them running off for hours.
Voedselvergiftiging liet hen urenlang naar de wc rennen.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store