Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to poke
01
prikken, een gat maken
to create a hole by pushing with a pointed object
Transitive: to poke a hole somewhere
Voorbeelden
She poked a hole in the paper with a pen to hang it on the wall.
Ze prikte een gat in het papier met een pen om het aan de muur te hangen.
Using a stick, the child poked a hole in the sand to create a small well.
Met een stok prikte het kind een gat in het zand om een kleine put te maken.
02
porren, een elleboogstoot geven
to jab or prod with a finger or a pointed object, often to get someone's attention or to cause discomfort
Transitive: to poke sb/sth
Voorbeelden
She poked me in the ribs to get my attention during the meeting.
Ze prikte me in de ribben om mijn aandacht te trekken tijdens de vergadering.
The child poked the dog with a stick, unaware of the potential danger.
Het kind prikte de hond met een stok, zich niet bewust van het potentiële gevaar.
03
porren, zachtjes slaan
to hit or punch lightly and quickly, often in a playful or teasing manner
Transitive: to poke sb/sth
Voorbeelden
The friends poked each other in the side as they laughed together.
De vrienden prikten elkaar in de zij terwijl ze samen lachten.
As a friendly gesture, Sarah would often poke her classmate's arm to say hello in the hallway.
Als een vriendelijk gebaar, stootte Sarah vaak haar klasgenoot aan om hallo te zeggen in de gang.
04
zachtjes duwen, roeren
to gently nudge or stir a fire to increase its heat or spread the flames
Transitive: to poke a fire
Voorbeelden
He poked the campfire to stir up the embers and create a brighter flame.
Hij prikte het kampvuur aan om de sintels op te roeren en een fellere vlam te creëren.
Before adding more wood, he poked the bonfire to ensure that it was burning evenly.
Voordat hij meer hout toevoegde, prikte hij in het kampvuur om ervoor te zorgen dat het gelijkmatig brandde.
01
vuistslag, stoot
(boxing) a blow with the fist
02
stoot, prik
a sharp hand gesture (resembling a blow)
03
zak van papier of plastic voor de aankopen van klanten, tas voor de aankopen van klanten
a bag made of paper or plastic for holding customer's purchases
04
treuzelaar, achterblijver
someone who takes more time than necessary; someone who lags behind
05
een Hawaïaans gerecht dat typisch wordt gemaakt met rauwe vis, zoals tonijn of zalm
a Hawaiian dish typically made with raw fish, such as tuna or salmon, marinated in a sauce and served over rice or as a salad
Lexicale Boom
poking
poke



























