Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to eat up
[phrase form: eat]
01
opeten, verslinden
to consume completely, especially in reference to food
Transitive: to eat up food
Voorbeelden
The hungry children quickly ate up all the cookies that were on the table.
De hongerige kinderen hebben snel alle koekjes die op tafel lagen opgegeten.
The delicious aroma from the kitchen made everyone eager to eat up the freshly cooked meal.
De heerlijke geur uit de keuken maakte iedereen gretig om de vers gekookte maaltijd op te eten.
02
opgebruiken, verbruiken
to use up or deplete a significant amount of resources or materials
Transitive: to eat up resources or materials
Voorbeelden
The growing population in the urban area began to eat up the available water resources.
De groeiende bevolking in het stedelijk gebied begon de beschikbare waterbronnen op te gebruiken.
The expanding industries were starting to eat up the region's natural gas reserves.
De uitbreidende industrieën begonnen de aardgasreserves van de regio op te gebruiken.
03
bedekken, verslinden
to cover something entirely
Transitive: to eat up an area
Voorbeelden
The thick fog began to eat up the entire landscape, reducing visibility.
De dikke mist begon het hele landschap op te eten, waardoor het zicht verminderde.
As the wildfire spread, it started to eat up the surrounding forest, leaving destruction in its path.
Terwijl de bosbrand zich verspreidde, begon hij het omringende bos op te vreten, waarbij hij een spoor van vernieling achterliet.
04
slikken, klakkeloos geloven
to accept or believe something completely, immediately, and without questioning
Transitive: to eat up sth
Voorbeelden
Despite initial skepticism, she chose to eat up the new information shared by her friend.
Ondanks aanvankelijke scepsis koos ze ervoor om de nieuwe informatie die haar vriend deelde te slikken.
The children tend to eat up stories of magic and adventure without doubting their authenticity.
Kinderen hebben de neiging om verhalen over magie en avontuur te verslinden zonder hun authenticiteit in twijfel te trekken.
05
genieten, verslinden
to take immense pleasure and satisfaction from a particular experience or activity
Transitive: to eat up an experience or activity
Voorbeelden
The audience seemed to eat up the comedian's jokes, laughing uncontrollably.
Het publiek leek de grappen van de comedian te verslinden, lachend zonder controle.
Children tend to eat up animated movies, captivated by the colorful characters and engaging stories.
Kinderen hebben de neiging om geanimeerde films te verslinden, gefascineerd door de kleurrijke personages en boeiende verhalen.
06
opeten, verteren
to be consumed by guilt, regret, or remorse over something that happened in the past
Voorbeelden
I lied to my best friend, and it's been eating me up ever since.
Ik loog tegen mijn beste vriend, en het vreet sindsdien aan me.
He made a big mistake a year ago, and the guilt is still eating him up, even though he tries to move on.
Hij maakte een jaar geleden een grote fout, en het schuldgevoel vreet nog steeds aan hem, ook al probeert hij verder te gaan.
eat up
01
Eet smakelijk!, Geniet van je maaltijd!
used to encourage someone to enjoy and consume their food enthusiastically
Voorbeelden
Dinner is served, everyone!
Het diner is geserveerd, iedereen! Eet smakelijk!
Happy Thanksgiving, everyone! Time to have some fun!
Gelukkige Thanksgiving, iedereen! Tijd om plezier te hebben en met enthousiasme te eten!



























