Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
wild, natuurlijk
(of an animal or plant) living or growing in a natural state, without any human interference
Voorbeelden
During the camping trip, we heard the calls of wild birds echoing through the woods.
Tijdens de kampeertrip hoorden we de roepen van wilde vogels door het bos echoden.
In the wilderness, you can encounter wild creatures like bears and wolves.
In het wild kun je wilde wezens tegenkomen zoals beren en wolven.
02
oncontroleerbaar, wild
(of a person) behaving in an uncontrollable and irrational manner
Voorbeelden
After a few drinks, he became wild and started dancing on tables.
Na een paar drankjes werd hij wild en begon op tafels te dansen.
The wild protester shouted obscenities and refused to comply with police orders.
De wilde demonstrant schreeuwde obsceniteiten en weigerde zich te houden aan politiebevelen.
03
wild, uitgelaten
in a state of extreme emotion
04
afwijkend, onregelmatig
deviating widely from an intended course
05
wild, primitief
most primitive avian type known; extinct bird of the Triassic having bird-like jaw and hollow limbs and breastbone with dinosaur-like tail and hind limbs
06
wild, fel
(of colors or sounds) intensely vivid or loud
07
riskant, gevaarlijk
involving risk or danger
08
gepassioneerd, enthousiast
intensely enthusiastic about or preoccupied with
09
wild, verlaten
located in a dismal or remote area; desolate
10
gek, ongecontroleerd
talking or behaving irrationally
11
wild, barbaars
without civilizing influences
12
woest, razend
(of sea or the weather) displaying violent or extreme intensity
Voorbeelden
The wild winds howled through the trees, uprooting them in their path.
De wilde winden huilden door de bomen en rukten ze onderweg met wortel en al uit.
The wild storm raged for hours, with lightning striking unpredictably.
De wilde storm raasde urenlang, met bliksem die onvoorspelbaar insloeg.
13
fantasierijk, onverstandig
fanciful and unrealistic; foolish
14
onredelijk, fantasierijk
lacking a basis in reason or fact and not supported by evidence or logic
wild
01
wild, oncontroleerbaar
in an uncontrolled and rampant manner
02
wild, op een wilde manier
in a wild or undomesticated manner
01
de wildernis, de ongerepte natuur
a vast, untamed area that is free from human habitation, often home to a diverse range of wildlife and plant species
Voorbeelden
The explorers ventured deep into the wild, far from any signs of civilization.
De ontdekkingsreizigers waagden zich diep in de wildernis, ver van enig teken van beschaving.
Preserving the wild is crucial for maintaining biodiversity.
Het behoud van de wildernis is cruciaal voor het handhaven van de biodiversiteit.
02
wild, wildernis
a wild primitive state untouched by civilization
to wild
01
uitbarsten, gek doen
to behave in a wild, extreme, or unexpected way; used in the progressive form
Voorbeelden
They were wildin' at the party last night.
Ze waren gisteravond op het feestje uit hun dak aan het gaan.
He's wilding with those jokes right now.
Hij is nu aan het wilden met die grappen.
Lexicale Boom
wildly
wildness
wild



























