Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
furious
Voorbeelden
She was furious when she discovered that someone had stolen her bike.
Ze was woedend toen ze ontdekte dat iemand haar fiets had gestolen.
He was furious after receiving a parking ticket for parking in the wrong spot.
Hij was woedend nadat hij een parkeerbon had gekregen voor het parkeren op de verkeerde plek.
Voorbeelden
He drove at a furious speed to make it to the airport on time.
Hij reed met een woedende snelheid om op tijd op de luchthaven te komen.
She gave a furious response to the unfair accusation.
Ze gaf een woedend antwoord op de oneerlijke beschuldiging.
2.1
woedend, razend
(of the elements) displaying violent or extreme intensity, as if in anger
Voorbeelden
The furious winds tore through the town, leaving destruction in their wake.
De woedende winden raasden door de stad en lieten een spoor van vernieling achter.
The sea was furious, with waves crashing violently against the shore.
De zee was woedend, met golven die hevig tegen de kust sloegen.



























