Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
boos,woedend, feeling very bad because of something
feeling very annoyed because of something that we do not like
Voorbeelden
I get angry when people lie to me.
Ik word boos wanneer mensen tegen me liegen.
He looked angry when he read the unfair review.
Hij zag er boos uit toen hij de oneerlijke recensie las.
02
woedend, onstuimig
(of the sea or sky) stormy and threatening in appearance or condition
Voorbeelden
The angry sea crashed against the cliffs, sending sprays of water into the air.
De boze zee beukte tegen de kliffen en spoot water de lucht in.
As the storm approached, the angry sky darkened, signaling the coming tempest.
Toen de storm naderde, werd de boze lucht donkerder, wat de komende storm aankondigde.
03
ontstoken, geïrriteerd
(of a wound, sore, or rash) red, swollen, and inflamed, often indicating infection
Voorbeelden
The bruise on his arm looked angry, swollen with dark red patches.
De kneuzing op zijn arm zag er geïrriteerd uit, gezwollen met donkerrode vlekken.
Her skin became angry after the allergic reaction, hot to the touch and inflamed.
Haar huid werd rood na de allergische reactie, warm om aan te raken en ontstoken.
to angry
Voorbeelden
His rude comments angered her, and she immediately walked away.
Zijn onbeleefde opmerkingen maakten haar boos, en ze liep meteen weg.
The unfair decision will likely anger the community.
De oneerlijke beslissing zal waarschijnlijk de gemeenschap boos maken.
Lexicale Boom
angrily
angriness
unangry
angry
angr



























