Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to pour
01
gieten
to make a container's liquid flow out of it
Transitive: to pour a liquid | to pour a liquid somewhere
Voorbeelden
She poured milk into her cereal bowl for breakfast.
Ze goot melk in haar ontbijtkom met granen.
He poured water into the glass until it was full.
Hij goot water in het glas tot het vol was.
02
gieten, stortregenen
to rain heavily and in a large amount
Intransitive
Voorbeelden
It started to pour just as we left the house, drenching us completely.
Het begon heet te storten net toen we het huis verlieten, waardoor we volledig doorweekt raakten.
The weather forecast predicted it would pour all night.
Het weerbericht voorspelde dat het de hele nacht pijpenstelen zou regenen.
03
stromen, gieten
to move quickly in a continuous, steady flow
Intransitive: to pour somewhere
Voorbeelden
Water poured from the faucet into the sink.
Water stroomde uit de kraan in de gootsteen.
Tears poured down her cheeks as she shared her story.
Tranen stroomden over haar wangen terwijl ze haar verhaal deelde.
04
gieten, stromen
to move continuously and in large numbers
Intransitive: to pour somewhere
Voorbeelden
People poured into the theater to see the opening show.
Mensen stroomden het theater binnen om de openingsshow te zien.
Tourists poured out of the bus, eager to explore the city.
Toeristen stroomden uit de bus, gretig om de stad te verkennen.
05
gieten, uitstorten
to give or produce something in large amounts
Transitive: to pour a resource into sth
Voorbeelden
She poured love and care into raising her children.
Ze got liefde en zorg in het opvoeden van haar kinderen.
The company poured resources into developing the new product.
Het bedrijf stak veel middelen in de ontwikkeling van het nieuwe product.
Lexicale Boom
pouring
pour



























