Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to leaven
01
doen rijzen, fermenteren
to add a substance, such as yeast, to dough or batter, causing it to rise and become lighter during the baking process
Transitive: to leaven dough or batter
Voorbeelden
She leavens her bread by carefully mixing in yeast and allowing it to ferment, resulting in a light and fluffy texture.
Ze desemt haar brood door zorgvuldig gist te mengen en het te laten fermenteren, wat resulteert in een licht en luchtige textuur.
The baker knows exactly how much yeast to use to leaven the dough.
De bakker weet precies hoeveel gist te gebruiken om het deeg te doen rijzen.
02
doordesemen, levendig maken
to spread through something and cause positive change or enhancement
Transitive: to leaven a place or situation
Voorbeelden
Her optimism leavened the tense atmosphere, making everyone feel more at ease.
Haar optimisme doorzuurde de gespannen sfeer, waardoor iedereen zich meer op zijn gemak voelde.
His humor leavened the otherwise serious discussion, lightening the mood.
Zijn humor desemde de anders serieuze discussie, waardoor de sfeer werd opgelicht.
Leaven
01
zuurdesem, ferment
an influence that works subtly to lighten or modify something
02
zuurdesem, ferment
a substance used to produce fermentation in dough or a liquid
Lexicale Boom
leavened
leavening
leaven



























