Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
abject
01
ellendig, jammerlijk
marked by severe hardship or extremely unpleasantness
Voorbeelden
The workers toiled in abject conditions for pennies.
De arbeiders zwoegden onder ellendige omstandigheden voor een paar centen.
The asylum seekers faced abject treatment at the border.
De asielzoekers werden geconfronteerd met abjecte behandeling aan de grens.
02
overweldigend, verpletterend
completely overwhelming in its emotional or psychological effect
Voorbeelden
She sank into abject misery after the breakup.
Ze zonk weg in diepe ellende na de breuk.
The refugees lived in abject fear of being deported.
De vluchtelingen leefden in abjecte angst om te worden gedeporteerd.
03
laaghartig, onderdanig
displaying total submission or self-humiliation
Voorbeelden
He offered an abject apology, groveling at her feet.
Hij bood een vernederend excuus aan, kruipend aan haar voeten.
The servant bowed in abject deference.
De dienaar boog met kruiperige eerbied.
to abject
01
verwerpen, minachten
to cast off or reject someone or something, particularly with a sense of contempt or inferiority
Voorbeelden
After years of loyal service, the company abjected the dedicated employee, leaving her feeling betrayed.
Na jaren trouwe dienst verwierp het bedrijf de toegewijde werknemer, waardoor ze zich verraden voelde.
The committee abjected the proposal, dismissing it as impractical and poorly thought out.
De commissie verwierp het voorstel, waarbij het als onpraktisch en slecht doordacht werd afgedaan.
Lexicale Boom
abjectly
abject



























