Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
klauw, schaar
a sharp curved organ of some of the arthropods such as a crab, lobster, etc.
02
klauw, nagel
a sharp and curved nail on the toe of an animal or a bird
Voorbeelden
The cat extended its sharp claws to defend itself.
De kat strekte zijn scherpe klauwen uit om zichzelf te verdedigen.
The eagle ’s claws gripped tightly onto the branch.
De klauwen van de adelaar grepen stevig vast aan de tak.
03
mechanische klauw, mechanische haak
a mechanical device that is curved or bent to suspend or hold or pull something
04
klauw, vogelpoot
a bird's foot
to claw
01
krabben, schrapen
to use nails to scratch, scrape, or dig
Transitive: to claw at sth
Voorbeelden
The cat tried to claw at the closed door, wanting to get inside.
De kat probeerde de gesloten deur te krabben, omdat hij naar binnen wilde.
The bear began to claw at the tree trunk in search of insects.
De beer begon aan de boomstam te krabben op zoek naar insecten.
02
klauwen, grijpen met klauwen
to use one's claws or similar grasping appendages to capture, hold onto, or grip something tightly
Transitive: to claw at a target
Voorbeelden
The eagle clawed at the fish with precision, snatching it from the water's surface.
De adelaar greep de vis met precisie, rukte hem van het wateroppervlak.
The cat clawed at the mouse, capturing it swiftly before it could escape.
De kat klauwde naar de muis en ving hem snel voordat hij kon ontsnappen.
