Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to recoup
01
vergoeden, terugbetalen
to repay someone, typically for losses or expenses they have suffered
Transitive: to recoup sb for a loss or expense
Voorbeelden
The insurance company agreed to recoup the homeowner for the damages caused by the natural disaster.
De verzekeringsmaatschappij stemde ermee in de huiseigenaar te vergoeden voor de schade veroorzaakt door de natuurramp.
The insurance company will recoup homeowners for the damages caused by the fire.
De verzekeringsmaatschappij zal de huiseigenaren vergoeden voor de schade veroorzaakt door de brand.
02
terugwinnen, herwinnen
to obtain something once again
Transitive: to recoup sth
Voorbeelden
After a period of rest, she managed to recoup her energy and vitality.
Na een periode van rust slaagde ze erin haar energie en vitaliteit te terugwinnen.
The company implemented cost-saving measures to recoup its financial losses from the previous quarter.
Het bedrijf heeft kostenbesparende maatregelen geïmplementeerd om zijn financiële verliezen van het vorige kwartaal terug te winnen.
03
terugvorderen, inhouden
to retain a portion of a payment to offset expenses, losses, or debts
Transitive: to recoup part of a payment
Voorbeelden
The landlord decided to recoup a portion of the security deposit to cover the cost of repairing damages to the rental property.
De verhuurder besloot een deel van de borg terug te vorderen om de kosten van het herstellen van schade aan de huurwoning te dekken.
The company recouped a fraction of the sales revenue to offset production costs and overhead expenses.
Het bedrijf dekte een deel van de verkoopopbrengst om de productiekosten en overheadkosten te compenseren.



























