Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to irk
01
ergeren, irriteren
to annoy someone, often due to repeated actions or persistent issues
Transitive: to irk sb
Voorbeelden
It irks him when someone leaves the door open and lets the cold air in.
Het ergert hem wanneer iemand de deur open laat staan en de koude lucht binnenlaat.
Her little brother 's constant questions started to irk her during the long car ride.
De constante vragen van haar kleine broertje begonnen haar te ergeren tijdens de lange autorit.



























