Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to drift
01
drijven, zweven
to slowly move in the air or on water
Intransitive
Voorbeelden
As the autumn leaves fell from the trees, they would drift with the gentle breeze.
Terwijl de herfstbladeren van de bomen vielen, dreven ze met de zachte bries.
In the serene lake, the small boat would drift peacefully with the current.
Op het rustige meer dreef het kleine bootje vredig met de stroom mee.
02
drijven, rondzwerven
to move with a relaxed pace, without a specific purpose or direction
Intransitive
Voorbeelden
After the picnic, they decided to drift along the beach.
Na de picknick besloten ze langs het strand te drijven.
In the city park, people would often drift through the tree-lined pathways.
In het stadspark dreven mensen vaak door de met bomen omzoomde paden.
03
afdrijven, afwijken
to veer off or deviate from an intended path, course, or set parameters
Intransitive
Voorbeelden
As the discussion continued, the conversation would often drift away from the main topic.
Naarmate de discussie voortduurde, dreef het gesprek vaak af van het hoofdonderwerp.
The financial markets can be unpredictable, causing stock prices to drift from the anticipated values.
Financiële markten kunnen onvoorspelbaar zijn, waardoor aandelenkoersen afwijken van de verwachte waarden.
04
ophopen, opstapelen
to accumulate or be piled into heaps due to the action of the wind or a current
Intransitive
Voorbeelden
After the blizzard, the snow began to drift against the buildings.
Na de sneeuwstorm begon de sneeuw zich tegen de gebouwen te ophopen.
In the autumn wind, leaves would drift into piles at the edges of the streets.
In de herfstwind dreven de bladeren in hopen aan de randen van de straten.
05
drijven, leiden
to guide or lead livestock at a slow pace, typically to allow them to graze
Transitive: to drift livestock somewhere
Voorbeelden
The rancher would drift the cattle along the open range, allowing them to graze freely.
De rancher zou het vee over de open range drijven, waardoor ze vrij konden grazen.
The cowboys would drift the herd across the plains, ensuring they had access to fresh grass.
De cowboys dreven de kudde over de vlaktes, zodat ze toegang hadden tot vers gras.
06
drijven, worden meegevoerd door de stroming
to cause an object or substance to be carried along by the natural movement of air, water, or another current
Transitive: to drift sth somewhere
Voorbeelden
The strong currents in the river drifted the logs downstream, creating a potential hazard for navigation.
De sterke stromingen in de rivier lieten de boomstammen afdrijven stroomafwaarts, wat een potentieel gevaar voor de navigatie vormde.
Ocean currents can drift debris far from its original location.
Zeestromingen kunnen puin ver van zijn oorspronkelijke locatie drijven.
07
drijven, rondzwerven
to move through life or a period of time without a clear direction or purpose
Intransitive
Voorbeelden
After graduating, he drifted for a year, unsure of what to do.
Na zijn afstuderen dreef hij een jaar rond, onzeker over wat te doen.
After losing his job, he just drifted, taking each day as it came.
Nadat hij zijn baan was kwijtgeraakt, dreef hij maar wat rond, nam elke dag zoals die kwam.
08
drijven, rondzwerven
to move between situations or roles without a specific plan or goal, often without long-term commitment
Intransitive: to drift between two or more situations or roles | to drift into a situation or role
Voorbeelden
She drifted into management after years of working in different departments.
Ze dreef af naar het management na jarenlang in verschillende afdelingen te hebben gewerkt.
After college, she drifted between internships before finding a permanent job.
Na de universiteit dwaalde ze tussen stages voordat ze een vaste baan vond.
01
drift, stroming
a force that causes movement of an object
Voorbeelden
The drift of the current carried the boat away.
De drift van de stroom voerde de boot weg.
Snow accumulated in a drift along the roadside.
Sneeuw hoopte zich op in een drift langs de weg.
02
drift, afwijking
the gradual deviation from an intended path due to external influences
Voorbeelden
The plane experienced a drift off course in strong winds.
Het vliegtuig ervoer een drift van de koers in sterke winden.
The ship 's drift was corrected by the captain.
De drift van het schip werd gecorrigeerd door de kapitein.
03
galerij, tunnel
a nearly horizontal tunnel or passage in a mine
Voorbeelden
Miners worked in the drift to extract ore.
Mijnwerkers werkten in de drijft om erts te winnen.
The drift extended for several hundred meters underground.
De drift strekte zich uit over enkele honderden meters ondergronds.
04
de algemene strekking, de hoofdgedachte
the general meaning, intention, or tenor of a statement or text
Voorbeelden
I understood the drift of his argument.
Ik begreep de strekking van zijn argument.
The letter 's drift was critical but polite.
De drift van de brief was kritisch maar beleefd.
05
een tendens, een evolutie
a general tendency or gradual change in opinion, attitude, or behavior
Voorbeelden
There was a drift toward more progressive policies.
Er was een verschuiving naar meer progressief beleid.
The drift of public opinion surprised the officials.
De drift van de publieke opinie verraste de ambtenaren.
06
sneeuwduin, ophoping
a large accumulation of material formed by wind or water
Voorbeelden
Snow drifts blocked the road.
De sneeuwduinen blokkeerden de weg.
The glacier left a drift of rocks behind.
De gletsjer liet een ophoping van stenen achter.
07
drift, evolutie
a process of gradual linguistic change over time
Voorbeelden
The language shows a drift toward simplification.
De taal toont een drift in de richting van vereenvoudiging.
Semantic drift can alter word meanings.
Semantische drift kan de betekenis van woorden veranderen.
Lexicale Boom
drifter
drifting
drifting
drift



























