Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to abdicate
01
aftreden, de troon opgeven
(of a monarch or ruler) to step down from a position of power
Intransitive
Transitive: to abdicate a position of power
Voorbeelden
The king chose to abdicate the throne in favor of his successor.
De koning koos ervoor om af te treden ten gunste van zijn opvolger.
Queen Elizabeth II has expressed no intention to abdicate during her reign.
Koningin Elizabeth II heeft geen intentie uitgesproken om af te treden tijdens haar regeerperiode.
02
abdiceren, afzien van
to not accept or complete an obligation or duty
Transitive: to abdicate an obligation or duty
Voorbeelden
The manager decided to abdicate responsibility for the project's failure.
De manager besloot de verantwoordelijkheid voor het falen van het project af te staan.
To avoid conflict, he abdicated his role in the decision-making process.
Om conflicten te vermijden, abdiceerde hij zijn rol in het besluitvormingsproces.
Lexicale Boom
abdication
abdicator
abdicate
abdic



























